dinsdag 27 juni 2023

Interview met Corinne Dettmeijer (CEDAW comité-lid)


De kracht van het recht en waarom iedereen het VN-Vrouwenverdrag zou moeten kennen: een interview met Corinne Dettmeijer van het CEDAW-comité

Corinne Dettmeijer is lid van het CEDAW-comité, het VN-comité dat de rechten van vrouwen en meisjes wereldwijd waarborgt aan de hand van het VN-Vrouwenverdrag. Alle 189 landen die het VN-Vrouwenverdrag hebben ondertekend worden eens in de vier jaar ondervraagd door Corinne en haar collega’s in een zogeheten Constructieve Dialoog. Dit formele gesprek gaat over hoe grondig het vrouwenrechtenverdrag wordt geïmplementeerd in het land. Ik sprak Corinne tijdens de 84e sessie van het comité, van 6 tot 24 februari 2023. Acht landen werden aan de tand gevoeld over hun vrouwenrechtenbeleid en kregen huiswerk in de vorm van aanbevelingen (Concluding Observations, in VN-taal) mee terug. Deze keer waren het Bahrein, Georgië, Costa Rica, Hongarije, Slovenië, Mauritanië, Noorwegen en Tunesië. Nederland is naar verwachting in 2024 weer aan de beurt. Hoe kijkt Corinne terug op deze sessie en waarom is het VN-Vrouwenverdrag ook voor Nederland zo belangrijk?

 

Corinne Dettmeijer 

Wat vond u het meest opvallend aan deze sessie?

Corinne: “Ik vind alle onderdelen buitengewoon interessant. De dialogen met overheden staan centraal en zijn van groot belang voor de implementatie van het verdrag. Daarnaast vind ik zelf de werkgroep over ‘communications’ heel belangrijk. Dat sluit aan bij mijn achtergrond als rechter.” 

 

De werkgroep communications behandelt de klachten van individuen die een beroep doen op het verdrag omdat hun rechten zijn geschonden. Alle landen die het Optional Protocol van het verdrag ook hebben ondertekend, hebben toestemming gegeven aan het comité om klachten van hun burgers te ontvangen. Nederland heeft het Optional Protocol ook ondertekend. Dat betekent dat individuele vrouwen in Nederland naar de rechter kunnen stappen als ze vinden dat hun rechten onder het Verdrag geschonden zijn. Als ze in hun eigen land alle rechtsmiddelen hebben gebruikt en uiteindelijk geen gelijk hebben gekregen, kunnen ze een klacht indienen bij CEDAW. De werkgroep communications binnen het comité, waar Corinne onderdeel van is, doet dan een uitspraak. Corinne kan meewerken aan alle zaken behalve die tegen Nederland, om objectiviteit te waarborgen. Ze vertelt over een belangrijke uitspraak van afgelopen sessie:

 

Het comité heeft een uitspraak gedaan in een zaak over zogenaamde ‘comfort women’ uit de Filipijnen. Deze vrouwen zijn veelvuldig verkracht en mishandeld door Japanse bezetters tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ze werden tot seksslaaf gemaakt. Ze hebben daar van zowel de Japanse als de Filipijnse overheid nooit een schadevergoeding voor gehad. Een aantal van de slachtoffers spande daarom rechtszaken aan in de Filipijnen, om rechtvaardigheid te krijgen.” 

 

Toen dit niet succesvol bleek, klopten de vrouwen bij het comité aan. Corinne vertelt: “We concludeerden dat het verdrag inderdaad was geschonden. De Filipijnse overheid heeft namelijk de, voornamelijk mannelijke, oorlogsveteranen wel vergoed voor het leed uit de oorlog terwijl het leed van de tot seksslaaf gemaakte vrouwen niet wordt erkend. De oorlogsveteranen hebben een speciale status voor de overheid en krijgen bijvoorbeeld korting op onderwijs en gezondheidszorg en hebben toegang tot arbeidsongeschiktheidspensioenen. De vrouwen krijgen niets: geen hulp, geen erkenning en geen vergoeding.” 

 

De oorspronkelijke discriminatie tegen de tot seksslaaf gemaakte vrouwen begon vele jaren geleden. Toch oordeelde het comité de zaak ontvankelijk omdat, zolang de discriminatie niet is opgeheven, deze voortduurt. Ook oordeelde het comité dat er sprake was van een schending van het VN-Vrouwenverdrag. Het land dient de slachtoffers daarom te compenseren en wordt verwacht een officieel excuus te uiten naar de vrouwen. 

 

Wat is het belang van een uitspraak als deze?

Het is uiteraard van groot belang dat de slachtoffers in deze zaak rechtvaardigheid en compensatie krijgen. Daarnaast benadrukt Corinne dat de zaak een breder belang heeft en ook voor Nederland relevant is:

 

“In Nederland hebben we een enigszins vergelijkbare zaak gehad. Duizenden Nederlandse vrouwen zijn als ‘troostmeisjes’ in Japanse kampen misbruikt. Het heeft heel lang geduurd voordat deze meisjes en vrouwen naar buiten durfden te komen met wat hen was overkomen. Er heerste veel schaamte en schuldgevoel rondom dit onderwerp. Pas in de jaren ‘90 kwam er daarom meer aandacht voor wat deze vrouwen is overkomen. In een zaak in 2022 werd er geprobeerd rechtvaardigheid te krijgen voor het gebrek aan erkenning en compensatie van de Nederlandse overheid voor alle slachtoffers van de Japanse bezetting. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van discriminatie omdat de slachtoffers van de Japanse bezetting niet dezelfde compensatie hebben gekregen als die van de Duitse bezetting. De rechtbank oordeelde echter ook, anders dan het comité, dat een beroep op discriminatie was verjaard en verklaarde de zaak op dat punt niet ontvankelijk. In de zaak tegen de Filipijnen komt CEDAW dus tot een andere conclusie. Wij zeggen: zolang de discriminatie niet is opgeheven duurt deze voort en kan van verjaring geen sprake zijn.

 

Corinne benadrukt vervolgens de potentiële impact van het VN-Vrouwenverdrag in Nederlandse rechtszaken: “Helaas speelt het VN-Vrouwenverdrag, anders dan het Kinderrechtenverdrag, nauwelijks een rol in de Nederlandse rechtspraak. Vrouwen zouden daar in de rechtszaal vaker een beroep op moeten doen. Je zou dan kunnen denken aan het inroepen van artikel 5 van het VN-Vrouwenverdrag bij een beslissing op niet vervolgen in een zedenzaak in een artikel 12 Strafvordering procedure. Of de artikelen 5 en 16 van het verdrag, als bij gezag en omgangzaken voorafgaand huiselijk geweld niet wordt betrokken bij de beslissing. Ook in asielzaken vindt het comité met enige regelmaat dat het genderperspectief onvoldoende bij de beslissing is betrokken.”

 

Het is dus belangrijk dat er meer aandacht komt voor het VN-Vrouwenverdrag in Nederland. Wat zouden meer mensen in Nederland moeten weten over het verdrag?

 

Alles. Te beginnen met het bestaan ervan.” antwoordt Corinne resoluut op deze vraag.

 

Eigenlijk heeft Nederland heel sterk het gevoel dat we er wel zijn. Dat de emancipatie van vrouwen is afgerond. Maar niets is minder waar. Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft een belangrijke rol als het vrouwenrechten in andere landen betreft, maar… er mag ook wel wat meer in Nederland zelf gedaan worden. Aan genderstereotypering, bijvoorbeeld: er is geen dag die voorbijgaat dat ik niet in de krant weer voorbeelden zie van stereotiepe verwijzingen naar vrouwen. Daarnaast baart de economische afhankelijkheid van vrouwen me ernstige zorgen. Het is nog steeds niet makkelijk of ‘gewoon’ om als vrouw kinderen en een fulltimebaan te combineren. Kinderopvang is duur en onvoldoende aanwezig. Het is zeker belangrijk dat er meer vrouwen in topfuncties zijn, maar die vrouwen moeten eerst een hele weg afgaan. Een quota van 30 procent vrouwen in raden van toezicht en directies vind ik zinloos als je niet zorgt dat vrouwen in middenmanagement ook daadwerkelijk de weg naar boven kunnen maken. Van een parttimebaan kom je niet ineens in de directie. Zo werkt het niet.”

 

Ze vervolgt door het belang van het Optional Protocol te benadrukken: “Mijn achtergrond is in het recht en ik geloof in het recht. Voor mij is het Optional Protocol, waardoor we een individuele klacht zoals de zaak van de tot seksslaaf gemaakte vrouwen in de Filippijnen kunnen behandelen, buitengewoon belangrijk. Meer mensen zouden moeten weten dat deze mogelijkheid bestaat. Ik ben daarom blij dat de universiteiten van Leiden en Utrecht bijvoorbeeld aandacht aan het verdrag besteden in hun lesprogramma’s.” 

 

Wat is volgens u de kracht van het VN-Vrouwenverdrag in het aanpakken van deze problemen?

De kracht van het VN-Vrouwenverdrag ligt in de hele ruime ratificatie. Vrijwel de hele wereld is partij bij het verdrag: maar liefst 189 landen. Daarnaast zijn de experts heel divers en zeer kundig. Als comité zijn we in staat om alle landen in hun eigen waarde te laten en in de juiste richting te laten bewegen door middel van specifieke aanbevelingen. De constructieve dialoog die wij met hen voeren in de sessie heet niet voor niets zo: het is ook daadwerkelijk constructief. Het is de bedoeling dat onze aanbevelingen een steun zijn voor de landen om het verdrag nog beter te implementeren. In een vorige sessie had het comité voor het eerst een constructieve dialoog met Zuid-Soedan. Die delegatie was echt op zoek naar hulp bij de implementatie van het verdrag. Er moet daar nog heel veel gebeuren, en het was goed te zien hoe open de delegatie in de dialoog stond.”

 

Ze vertelt daarnaast dat landen die in verhouding al veel voortgang hebben gemaakt op het gebied van gendergelijkheid daardoor niet milder worden benaderd: “In de dialoog met landen die veel verder zijn met gendergelijkheid is het comité vaak kritischer. Als er een hoge standaard is moet die ook hoog worden gehouden.”

 

De tijd tikt en Corinne moet snel door naar een volgende afspraak; de laatste week van de CEDAW-sessie is in volle gang wanneer ik haar spreek. Ze sluit af met een wens voor de toekomst: 

 

Mijn droom voor de toekomst is dat vrouwen en meisjes wereldwijd weten dat er een comité bestaat dat zich druk maakt over hun rechten en ervoor zorgt dat die beschermd worden. En dat ze ons ook kunnen vinden als hun rechten toch geschonden worden.”

 

Bij deze wens sluit het Netwerk VN-Vrouwenverdrag zich volledig aan. We hopen het VN-Vrouwenverdrag in Nederland bekender te maken en lobbyen voor een goede implementatie van het verdrag door de Nederlandse overheid.


Meer weten?

Klik hier voor onze website met uitgebreide informatie over het VN-Vrouwenverdrag  

Klik hier voor meer informatie over de uitspraak van CEDAW over de ‘comfort women’.

Klik hier voor meer informatie over de zaak van de ‘troostmeisjes’ in Nederland.

 

Interview en tekst door Dana Huisman

Geen opmerkingen:

Een reactie posten