maandag 10 maart 2025

General Discussion over Gender Stereotypes IV – het panel

Na de openingstoespraken kwamen de panelsprekers aan de beurt, die allen iets meer spreektijd kregen dan alle anderen (8 minuten). Drie van de vijf teksten zijn op CEDAW’s website te vinden. Die van Ms Adriana Quinones (UN Women) (nog?) niet. Ze pleitte er, als een van de weinigen, voor om in de nieuwe GR 41 ook aandacht te besteden aan de voedingsbodem voor gender stereotypen, waarin ook nieuwe vormen van stereotypen goed gedijen.

De hoofdlijnen van het verhaal van Joni van de Sand, co-director van MenEngage Global Alliance, staan wel al online. Dat Joni bepleitte om juist ook de patriarchale masculinities en de schadelijke gender normen en stereotypen rond wat het betekent om man te zijn bij GR 41 te betrekken is vanuit haar organisatie bezien loge meeste sprekers beperkten hun interventie tot de schadelijke effecten van gender stereotypen op vrouwen. Joni riep echter ook op om te vermijden gender te reduceren tot de binaire oppositie mannen en vrouwen. Genderidentiteiten vormen een spectrum en het zijn juist stereotypen die mensen beperken tot rigide categorieën, met alle schadelijke effecten voor (hetero en homo) mannen en vrouwen, intersekse personen, trans vrouwen en mannen en noem maar op.

Het was goed om te zien hoe Joni zich ontwikkeld had. In 2012 reisde ik met haar namens WO=MEN Dutch Gender Platform naar de CSW in New York. Ik was haar mentor toen legde ze nu uit aan Rhoda Reddock, die tot haar vreugde ook Jan Reynders bleek te kennen: één van de actieve leden, grondleggers zelfs, van het MenEngage Netwerk. Joni woont tegenwoordig in een dorp in Catalonië niet ver van Barcelona met haar Catelaanse man, zoon van 6 en dochter van 2.

De bijdrage van Paola Daher (Women Deliver) is niet gepubliceerd. Daher memoreerde dat het dit jaar 30 jaar geleden is dat het Beijing Platform for Action tot stand kwam. Met de nieuwe GR 41 kunnen stappen vooruit worden gezet: ze pleitte ervoor om essentialistische stereotypen te deconstrueren, inclusief stereotypen die vooral trans vrouwen raken. Ze wees er op dat gender stereotypen vaak gepaard gaan met rassen stereotypen en pleitte daarom ook voor een intersectionele benadering. Ook ging ze in op de invloed van digitale media bij het voortleven van gender stereotypen die niets meer met het werkelijk geleefde leven te maken hebben. In die context noemde ze ook de zogenaamde ‘trad wives’.

Gelukkig staat het verhaal van Alexandra Xanthaki, Special Rapporteur in the field of cultural rights, wel online. Ik vond het een inspirerend betoog dat goed gebruikt kan worden in de dialoog met meer behoudende groepen/personen. Cultuur wordt vaak aangehaald als legitimatie van bepaalde gender stereotypen en traditionele waarden. Ten onrechte volgens Xanthaki, die ook citeerde uit het werk van eerder bekleders van dit VN-mandaat. Cultuur is geen statisch begrip: dominante culturele normen en waarden, die vaak ten faveure van elites uitpakken, worden betwist en veranderd door specifieke actoren, waaronder vrouwen. Volgens Xanthaki moet CEDAW in GR 41 duidelijk maken dat cultuur een transformatief concept is, dat individuen de mogelijkheid geeft om hun potentieel waar te maken en niet gebruikt mag worden om mensenrechten te beperken. Ze memoreerde de View van CEDAW in de zaak Rosanna Flamer-Caldera v. Sri Lanka uit 2022 (individuele klacht bij CEDAW), waarin het Comité stelde dat de rechten gewaarborgd door de Conventie álle vrouwen toekomen, inclusief lesbische, biseksuele, transgender en intersekse vrouwen. 1 Deze nadruk op diversiteit van vrouwen moeten we hoog houden, aldus Xanthaki. Om vervolgens door te pakken: in haar optiek moet GR 41 afstand nemen van het stereotype dat het vrouw zijn alleen maar kan worden vastgesteld op basis van biologie en getest door externe actoren en geridiculiseerd als ze niet overeenkomen met de gender stereotypen. Zelf identificatie moet de basis vormen van vrouw zijn, op dezelfde manier als dat gaat bij ‘behorend tot een minderheid’ of lid zijn van een ‘indigenous group’. Xanthaki besloot haar betoog met een paragraaf over hoe juist sport hierbij als een uitmuntend voorbeeld kan dienen. Hierbij verwees ze naar een joint statement van haarzelf als Independent Special Rapporteur met andere mandaathouders in relatie tot de bescherming van mensenrechten in sport zonder discriminatie gebaseerd op seksuele oriëntatie, gender identiteit, en sekse karateristieken uit oktober 2023. Expliciet wordt hierin gesteld dat in principe alle vrouwen, of ze nu zo geboren zijn of niet, in staat moeten worden gesteld mee te doen met vrouwenwedstrijden. Het algemene uitgangspunt moet non-discriminatie en zelfidentificatie zijn; in specifieke ad hoc gevallen kan nader onderzoek gewenst zijn. Bij mij komt hierbij onmiddellijk het grootste schandaal in de Nederlandse sportgeschiedenis in beeld: de levenslange schorsing van Foekje Dillema in juli 1950 omdat ze man zou zijn. Pas postuum kwam er in 2007 eerherstel voor de atlete met intersekse conditie. Zie ook het uitvoerig gedocumenteerde artikel over Foekje Dillema op Wikipedia.

Marwa Sharafeldin (MUSAWAH) was de laatste panellist. Haar presentatie staat online op de CEDAW-pagina over de General Discussion. Focus ligt op de relatie tussen de artikelen 5 & 16 van het Verdrag en het bestrijden van stereotypen in en door religieuze familie wetgeving, met name van Islamitische origine. Sharafeldin pleit ervoor goed te onderzoeken wat de relatie is tussen macht en belangen, de ongelijkheid die er het gevolg van is en de stereotypen die de machtsverhoudingen bestendigen. Ze wijst er op dat naast de sharia rechtspraak ook een meer aardse rechtspraak traditie bestaat: de fiqh. Daar zitten volgens Sharafeldin meer aanknopingspunten in om schadelijke gender stereotypen te bestrijden. Islamitische landen als Tunesië, Marokko, Indonesië en Maleisië worden opgevoerd als landen waarin Musawah, als beweging, al resultaten zou hebben geboekt. Sharafeldin besluit met drie aanbevelingen om in GR 41 op te nemen. Dat zal nog een kluif zijn voor het Comité – mijn pet gaan ze in ieder geval te boven. De komende anderhalf jaar zou benut kunnen worden om in regionale dialogen een concretiseringsslag te maken.

In een volgende blog aandacht voor wat de verschillende State parties te melden hadden en tot slot ook de NGO’s die aan het woord kwamen, waaronder het Netwerk VN-Vrouwenverdrag/Dutch Cedaw Network.

Leontine Bijleveld, vertegenwoordiger van de Vereniging voor Vrouw en Recht ‘Clara Wichmann’ in het Netwerk VN-Vrouwenverdrag.

Met dank aan Zaza van de Koppel.