Al in mijn eerste blog over de General Discussion on Gender Stereotypes, geschreven vóór de start van de bijeenkomst, gaf ik een impressie van de schriftelijke bijdragen van NGO’s, die toen op CEDAW’s website waren geplaatst.
Inmiddels is deze lijst gegroeid tot zo’n 60, plus vijf individuele bijdragen. De nieuwe papers betreffen deels nagekomen schriftelijke bijdragen. De diversiteit is alleen maar groter geworden: van erg korte statements zonder veel argumenten tot meer doorwrochte van vele referenties voorzien, c.q. onderbouwd met onderzoek en Recommendations, Comments, Statements en Views van CEDAW en andere ‘treatybodies’.
Op de bijeenkomst zelf zouden na de States Parties volgens CEDAW-voorzitter Haldar eerst zes Civil Society Organisaties drie minuten spreken en daarna zouden elf door NGOs ingezonden drie minuten video’s vertoond worden, waarna de afsluitende statements gehouden zouden worden. Dat bleek te optimistisch. Er waren meer sprekers dan aanvankelijk voorzien en sommigen spraken langer. Vertoning van de video’s is niet meer gelukt op de bijeenkomst zelf.
Op het YouTube kanaal ‘UN Human Rights-meetings’ zijn er bij ‘Day General Discussion 2025’ veertien te vinden (twee dubbel geplaatste en de in blog III genoemde videoboodschap van Nyaradzayi Gumbonzvanda (Deputy ED UN Women) niet meegeteld). Een deel van die video’s is bovendien direct toegankelijk via de hierboven genoemde webpagina over de bijeenkomst onder het kopje Oral Statements. Sommige blauwe NGO-namen linken door naar een Word document en andere naar een video.
Nadeel van de videoboodschappen is niet alleen dat de geluids- en beeldkwaliteit verre van optimaal is, maar ook dat te controleren verwijzingen ontbreken. Als Netwerk VN-Vrouwenverdrag proberen we zoveel mogelijk onze standpunten en aanbevelingen in position papers en schaduwrapportages te onderbouwen met argumenten en verwijzing naar onderzoek en jurisprudentie. Dat was ook gebruikelijk bij CEDAW-sessies en General Discussions. Nu niet meer: verschillende video’s, maar ook op papier gestelde mondelinge bijdragen van max. drie minuten lijken eerder pamfletten, zonder veel argumentatie en zonder bronverwijzing.
Een voorbeeld hiervan is de Schotse NGO Lesbian Persistence, die aandacht vraagt voor de noodzaak discriminatie van lesbische vrouwen te bestrijden, waarvan ze verschillende voorbeelden geeft. Tot zover kan ik het volgen, maar ik haak af bij de stelling dat een van de urgentste vormen van lesbo-discriminatie is dat jonge lesbische vrouwen door hun ouders gedwongen zouden worden zich te laten opereren tot transman onder het motto ‘liever man dan lesbisch’. Zoiets mag toch wel onderbouwd worden: komt deze dwang voor?, zo ja hoe vaak? in absolute cijfers en relatieve - ten opzichte van andere vormen van lesbo-discriminatie. Met complot-denken schiet niemand op. Dit lijkt eerder trans-hetze dan een serieuze bijdrage aan een debat over mensenrechten van vrouwen en seksuele minderheden.
Medisch ingrijpen zonder toestemming van betrokkenen, waaronder medische behandeling van intersekse personen, is een mensenrechtenschending waar CEDAW en andere VN-organisaties zich in de loop der jaren tegen uitgesproken hebben. Dat geldt dus ook voor gedwongen transitie behandelingen.
ILGA World onderstreepte dan dat het belangrijk is “to uphold the principle of non-regression in international human right law, ensuring that the advancements made by CEDAW and other treaty bodies cannot be reversed or undermined.”
Het Netwerk VN-Vrouwenverdrag staat niet onder Oral Statements, maar twee maal bij Written Contributions: als Dutch CEDAW Network met de mondelinge interventie die Zaza van de Koppel, penvoerder van het position paper, uitsprak. Het position paper zelf is te vinden onder The Dutch CEDAW Network.
De meeste NGO’s die zowel een schriftelijke bijdrage als een mondelinge interventie (of een videofilm van drie minuten) aandroegen kozen er voor om hun schriftelijke inbreng samen te vatten of te herhalen. Wij kozen ervoor iets toe te voegen: we hebben de aandacht gevestigd op het in vele landen/culturen voorkomende gender stereotype dat vrouwen altijd beschikbaar zouden moeten zijn voor seks met hun echtgenoot. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) oordeelde namelijk in een recente uitspraak dat het concept van echtelijke plichten geen enkele rekening hield met het vereiste van instemming tot seksueel contact en in strijd was met seksuele autonomie. Het EHRM oordeelde dan ook unaniem in deze Franse zaak dat sprake was van schending van artikel 8 van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens. Het Hof verwees expliciet naar verplichtingen voortvloeiend uit het Verdrag van Istanbul. CEDAW verwijst in Algemene Aanbevelingen vaker naar uitspraken van het EHRM, vandaar dat we deze nieuwe informatie graag onder de aandacht wilden brengen. Verder bevatte onze interventie een pleidooi om te waken voor backtracking – laat staan het uitwissen van het concept gender.
Onder de na 17 februari geplaatste schriftelijke bijdragen zijn er een aantal van mij onbekende, wellicht pas opgerichte, organisaties. Women’s Declaration International claimt namens tienduizenden individuen, honderden organisaties uit bijna alle landen ter wereld te schrijven met een kort pleidooi om af te stappen van de term ‘gender stereotypes’ en terug te keren tot de term ‘sex stereotypes’, zoals in het Vrouwenverdrag zelf zou staan (quod non). CEDAW zouden moeten afstappen van het gebruik van de term gender omdat staten gender gebruiken om de reikwijdte van art. 2 VN-vrouwenverdrag te ondermijnen. Ik begrijp niet hoe dat dan werkt. De organisatie legt dat ook niet uit, maar citeert een onbegrijpelijk statement op X (!) van december 2024 waarin de huidige Special Rapporteur on Violence against Women en Girls (UNSRVAWG) haar zorgen uit. Ik ben het eens met haar oproep aan media en iedereen “to uphold the dignity of women and respect their human rights”, maar zie niet waarom CEDAW of anderen daarom het concept gender, zoals onder andere gedefinieerd in GR 33 para 7, niet mag gebruiken. Het is niet of-of! Ons position paper stelt niet voor niets dat art. 5 een unieke mogelijkheid biedt om het Verdrag te interpreteren als zou het alle vormen van discriminatie op basis van “sex, gender and gender identity” te verbieden. Om te vervolgen met “This interpretation is grounded in the understanding that the construction of gender stereotypes and rigid gender roles is rooted in the wrong assumption of two opposite and mutually exclusive biological sexes who are attracted to each other”. (3).
Ook de Franse afdeling van Women’s Declaration International heeft een schriftelijke bijdrage ingezonden. Hierin wordt het begrip seksistische stereotypen gebruikt, zonder gender stereotypen uit te sluiten. De Franse afdeling wil aan de hand van twee voorbeelden de aandacht vestigen op het paradoxale effect van de strijd tegen seksistische/gender stereotypen die stereotypen zouden versterken in plaats van verzwakken. Het eerste voorbeeld zijn dragqueens die voorlichting geven aan jongeren onder de ‘dekmantel’ van inclusiviteit, tolerantie en vrijheid van meningsuiting. Door uitvergroten van verondersteld vrouwelijke kenmerken als kapsels, decolletés en naaldhakken versterken ze misogyne stereotypen, volgens de inzenders. Tsja, zo kun je het ook bekijken, maar of dit nu de meest schadelijke gender of seksistische stereotypen zijn? Je kunt het ook anders bekijken, zo blijkt uit wetenschappelijk onderzoek, gepubliceerd in 2015:
“Heteronormativity within our society has a significant impact on how we come to view and understand gender identity. Drag queens allow a break in the heteronormative gender guideline while also reinforcing the social image of what it means to look like a woman. Although drag queens merely reflect the preexisting image of a woman, they still present an image of both gender bending and the ways that gender is socially taught.”[1] Kort samengevat: Juist door de stereotypes te benadrukken bevraag je ze tegelijkertijd.
Het andere voorbeeld betreft meisjes die niet of in mindere mate aan sociale meisjesrollen voldoen, de zogenaamde ‘tomboys’ of in het Frans ‘garçon manqués’. Vroeger werden ze gedisciplineerd met gedwongen huwelijken, afkick behandelingen voor lesbiennes e.d., nu gaan ze in drie fases in transitie. 75 % van de personen in transitie bestaat uit jonge vrouwen volgens de inzenders, die dat duidelijk geen goede zaak vinden (niet duiden om hoeveel personen dat gaat en geen referentie geven).
Zelf heb ik meer geleerd van de goed gedocumenteerde Engelstalige inzending van psychologe Laura Scarrone Bonheur, medeoprichter van online training platform Affirm, dat gericht is op verbetering van de gezondheidszorg voor transgender en non-binary mensen.
De laatste schriftelijke inbreng was een late inzending van Women’s Platform for Action International (WoPAI) uit Zweden. De organisatie omschrijft zichzelf als een ‘new global Non-Profit Women’s Association. It is an umbrella of members and informal women’s rights groups globally’. WoPAI ondersteunt de inbreng van van ‘Nordic Model Now’ en wil dat CEDAW teruggaat naar de oorspronkelijke tekst van het Verdrag die gericht is (of moet zijn) op het bestrijden van discriminatie gebaseerd op sekse en stereotype rollen van vrouwen (en mannen). “Gender as used in the Concept Note [voor GR41 LWB] does not address root causes. Sex and gender are not interchangeable.” Zelf heb ik in geen enkele schriftelijke of mondelinge bijdrage aan de General Discussion de stelling vernomen dat sekse en gender uitwisselbaar zijn.
De enige die dat luid en duidelijk stelt is Donald Trump: “There are two genders, male and female.” Te horen in de drie potcasts die de nieuwe voorstelling Foekje van Tryater begeleiden – naar Foekje Dillema, de Friese atlete die als grote kanshebber zou deelnemen aan de Europese Atletiek Kampioenschappen in 1950, maar geschorst werd voor het leven omdat ze de net ingevoerde seksetekst weigerde. Op 9 april a.s. gaat de voorstelling in première – ook op Oerol te zien.
De belangrijkste reden dat ik WoPAI hier noem is dat vier dagen na de General Discussion door WoPAI een email verzonden is naar allerlei VN-organen met als bijlage een “GLOBAL SUPPORT LETTER FOR the United Nations Special Rapporteur on Violence Against Women and Girls, its causes and consequences, Reem Alsalem”. De brief d.d. 21 februari 2025 is geïnitieerd door WoPAI en de Zweedse Vrouwenlobby in samenwerking met de European Network of Migrant Women. Het is een lofzang op de kwaliteiten van de huidige mandaathouder, haar inzet en haar “independent and objective presentations” en een klaagzang over de “smear campaigns and unfounded attacks against her and her work that have recently escalated (…)”. Ik zou niet weten waar dit over gaat, maar velen kennelijk wel, want de brief is ondertekend door ruim 500 organisaties over de hele wereld en zo’n 5.000 individuen. Onder de organisaties zitten in ieder geval vele die zich zeer actief te weer stellen tegen elke vorm van prostitutie, die per definitie altijd gedwongen is in hun ogen. De woorden sekswerk en sekswerker passen niet in het vocabulaire. Ook de in deze blog genoemde organisaties die zich met verve, maar vaak zonder referenties keren tegen het gebruik van het begrip gender zijn vertegenwoordigd. Het heeft allemaal een hoog ‘aanval is de beste verdediging gehalte’. Een andere associatie die ik had is met het in het discours rond geweld tegen vrouwen en dwingende controle benoemde fenomeen dat daders (vaak M) zich met succes als slachtoffers presenteren en er mee wegkomen – boeiende debatten op LinkedIn.[2]
WoPAI is vorige maand, tijdens CSW 69 officieel gelanceerd, maar is dus al veel langer geleden begonnen met het werven van handtekeningen - de genoemde brief staat op hun website.
De mailtekst naar CEDAW is van hetzelfde laken een pak en bevat nog een paar vreemde uitspraken: zo zou CEDAW het werk van Ms Alsalem moeten erkennen in het GR 41 proces, maar die heeft helemaal geen schriftelijke inbreng geleverd, terwijl dat wel gekund had. In de VN-hiërarchie staat CEDAW trouwens boven de ‘special rapporteurs’, maar dat is kennelijk nog niet doorgedrongen.
Wat betreft de General Discussion zelf werd CEDAW in de mailtekst verweten dat keynote speakers niet betrokken zouden zijn bij of op de grassroots women’s movement en dat er eentje het initiatief had genomen tot een ongefundeerde en weerzinwekkende aanval op de UNSRVAWG. Als uitsmijter: ”This does not at all add to the good image of the committee so much previously appreciated.”
Je moet maar durven.
Ondergetekende grassroots activist adviseert alle betrokkenen om te focussen op de inhoud, argumenten uit te wisselen en eerst te proberen na te gaan waar men het over eens kan zijn. Vaak kunnen bruggen geslagen worden met andere formuleringen en als het helemaal niet lukt dan kun je altijd nog afspreken het niet eens te zijn (‘agree to disagree’). Zo werkt het Netwerk VN-Vrouwenverdrag al jaren en CEDAW nog veel langer. Het komt goed.
Leontine Bijleveld, vertegenwoordigt de Vereniging voor Vrouw en Recht in het Netwerk VN-Vrouwenverdrag.
Met dank aan Zaza van de Koppel
[1]: Greaf, Caitlin; “Dragqueens and gender identity” in Journal of Gender Studies (2015) pp 655-665 published online 20 September 2015]
[2]: Zie ook Alsalem, Reem; “Response to a Political Critique and Personal Attack Against a United Nations Report that Presented New Evidence About Prostitution as a Cause and Consequence of Violence Against Women and Girls, in Dignity: a Journal of Analysis of Exploitation and Violence Vol. 10 (2025) Issue 1 Article 6.
zondag 6 april 2025
Abonneren op:
Posts (Atom)