zondag 31 januari 2010

Wat voor vragen stelde het Comité aan de Nederlandse delegatie?

Over het algemeen was het niveau van de vragen die de Comité-leden stelden hoog. Ze bleken zowel de regeringsrapportage als de schaduwrapportage goed gelezen te hebben. Veel vragen vloeide direct of indirect voort uit de schaduwrapportage. Overigens bleken ook de ambtenaren uit de regeringsdelegatie de schaduwrapportage goed gelezen te hebben en er alvast antwoorden op te hebben voorbereid, maar dat ter zijde. Verschillende leden hadden ook nog pogingen in het werk gesteld om op andere wijze aanvullende informatie over Nederland te verkrijgen: ze hadden bij voorbeeld Eurostat geraadpleegd, (vergelijkende) onderzoeken van de Europese Commissie gelezen en zelfs tevergeefs geprobeerd informatie over ‘gender equality’ op de website van het ministerie van OC&W te vinden.
Soms klonk enig ongeduld door, omdat het niet de eerste keer was dat de onderwerpen werden aangesneden door het Comite (‘not convinced’, ‘disturbed’).

In vogelvlucht hier een aantal vragen en onderwerpen die Comité-leden aansneden, voor zover niet eerder in het blog genoemd:
- Hoe sterk en dwingend is de coördinatie van gender mainstreaming?
- Hoe vaak worden gender mainstreaming instrumenten zoals emancipatie-effect rapportage en gender budgetting?
- Waarom zijn de rapportages van de drie landen binnen het Koninkrijk niet gecoördineerd en op elkaar afgestemd?
- Waarom ontvangen women’s rights NGO’s geen structurele subsidie?
- De wetgeving lijkt in Nederland vooral op formele gelijke behandeling gericht, hoe wordt dan gelijkheid in de praktijk (‘substantive equality’) gerealiseerd?
- Welke tijdelijke speciale maatregelen treft de regering voor vrouwen uit etnische minderheden ‘and other disadvantaged groups’, zoals oudere vrouwen, vrouwen op het platteland en gehandicapte vrouwen?
- Stelt de regering evenveel middelen ter beschikking voor (organisaties gericht op) empowerment van prostituees als aan exit-programma’s?
- Op welke manier bestrijdt de regering gender en etnische stereotypen?
- Waarom zijn de streefcijfers voor politieke participatie verlaten?
- Waarom zijn er zo weinig vrouwelijke ambassadeurs?
- Waarom heeft de regering de Gelijk Loondag afgeblazen?
- Wat doet de regering eigenlijk wel om de loonkloof te dichten? “I do not think you can escape by reducing the pay gap by pointing at socalled explanaining factors.”
- Vrouwen zijn oververtegenwordigd onder de armen en onder de werklozen. Wat is de regering van plan daaraan te doen?
- Hoe gaat de regering de precaire positie van huishoudelijk personeel verbeteren?
- Wat zijn de effecten van de bezuinigingen op de gezondheidszorg voor vrouwen?
- Krijgen vrouwelijke slachtoffers van (huiselijk) geweld gratis rechtshulp?
Dit is nog maar een fractie van alle vragen die in blokken op de delegatie werden afgevuurd (art.1-3, 46, 7-9, 10-12, 13-14 en 15-16). Dijksma verzuchtte op een bepaald moment dat ze wel 14 vragen had geteld – of zei ze nu 40?

Niet op alle vragen kwam een antwoord – dat hield de rapporteur voor Nederland, mevrouw Neubauer goed bij. Maar ook als er wel een antwoord kwam stelde dat lang niet altijd het Comité tevreden – onderwerp voor een volgend blog.

Leontine Bijleveld

Geen opmerkingen:

Een reactie posten