woensdag 19 maart 2025

General Discussion on Gender Stereotypes V – de States Parties

Alle States Parties, die het woord vroegen en kregen, onderstreepten het belang van General Recommendation 41 over Gender Stereotypen. Aan een schriftelijke inbreng hadden alleen Malta en Oostenrijk zich gewaagd.

Malta beschreef zijn eerste Gender Equality and Mainstreaming Strategy and Action Plan (2022-2027). Dit actieplan verbindt Malta aan de 2030 Agenda for Sustainable Development en de 17 SDGs, de Beijing Declaration and Platform for Action, maar ook de Gender Equality Strategies van de Raad van Europa en van de Europese Commissie. Het paper noemt veelvuldig het begrip gender en onderstreept het belang van intersectionaliteit. Het onderwerp bestrijden van gender stereotypen kwam vooral aan de orde in de paragrafen over politieke participatie van vrouwen en bij onderwijs. Na een geslaagde pilot in 2024 ter bestrijding van het stigma verbonden aan menstruatie zullen in 2025 in alle scholen menstruatie artikelen volop verkrijgbaar zijn. De BTW op dergelijke artikelen is per 2025 afgeschaft. De mondelinge interventie van Malta vatte de de boven samengevatte schriftelijke inbreng kort samen, na grote waardering voor het werk van het CEDAW te hebben uitgesproken.

Oostenrijk spitste de schriftelijke inbreng toe op gender en gezondheidszorg en vroeg aandacht voor de “significant barriers rooted in gender-based inequalities, often reinforced by intersectional effects”. De bias van het androcentrische medische systeem zorgt ervoor dat er te weinig aandacht is voor symptomen en ziekten die disproportioneel of zelfs alleen maar vrouwen en gender-diverse individuen treffen. Aldus het paper dat ook het geïnstitutionaliseerde concept van cis- en heteronormativiteit ter discussie stelt. “Health equality should be guaranteed regardless the gender identity and sex characteristics.” Autonomie en zelfbeschikking, de kernprincipes van biomedische ethiek, moeten gewaarborgd worden en vertaald in het uitgangspunt van volledige, vrije geïnformeerde toestemming voor al het medisch handelen en in het bijzonder hetgeen effect kan hebben op sekse karakteristieken kunnen – geen FGM (genitale verminking van vrouwen) en ook geen IGM (intersekse genitale verminking). Ook vroeg Oostenrijk in navolging van de WHO aandacht voor de gezondheidseffecten van gendergerelateerd geweld. Kortom: een verstrekkende interessante inbreng!

In de mondelinge interventie bepleitte Oostenrijk het integreren van gender in ontwikkelingsbeleid, zoals bijvoorbeeld met behulp van Gender Guidelines die een gender transformatieve benadering voorschrijven. Ook onderstreepte de Oostenrijkse vertegenwoordiger de noodzaak om mannen en jongens te betrekken bij het ter discussie stellen van schadelijke normen en het hervormen van schadelijke ‘masculinities’ – eveneens het onderwerp van het Oostenrijkse, samen met het OECD Development Centre georganiseerde side event op de CSW.

Van vijf landen zijn de mondelinge interventies niet gepubliceerd op de website. Mogelijk hadden Bolivia, Cyprus, Israël, Polen en Oekraïne de deadline van 10 februari voor het inleveren van de tekst van hun mondelinge interventie niet gehaald. Vooral die van Polen was interessant: tot voor kort hadden we niet kunnen denken dat de vertegenwoordiger van Polen uitdrukkelijk zou wijzen op de schadelijke invloed van gender stereotypen op LGBTIQ mensen en het belang van voortborduren op GR 28 zou onderstrepen, inclusief de intersectionele benadering die daarin benoemd is. Alle genders hebben belang bij het ontmaskeren van gender stereotypen, volgens de vertegenwoordiger van Polen die ook in herinnering riep dat CEDAW aanbeveelt om vrouwenorganisaties te steunen.
Oekraïne vroeg als een van de weinige sprekers aandacht voor de noodzaak om gendergerelateerd geweld in conflictzones te bestrijden. Niet verrassend wellicht, maar belangrijk genoeg. In GR 30 over vrouwen in conflict preventie, conflict en postconflict situaties komt het woord stereotypen slechts eenmaal voor (in para 43, in relatie tot belemmeringen voor vrouwen om volledig te participeren in vredesprocessen en post conflict wederopbouw). GR 41 biedt kansen om het bestrijden van schadelijke gender stereotypen in (post) conflict situaties aan de orde te stellen.

Dertien andere landen voerden kort het woord. Deze interventies zijn opgenomen op de webpagina over de General Discussion. Ik vond het opmerkelijk dat geen van de woordvoerders afstand nam van het gebruik van het begrip gender. Naast genderstereotypen kwamen de woorden gender equality, gender based violence, gender based discrimination e.d. vaak voor. Een aantal woordvoerders bepleitte expliciet om ook in GR 41 te beschouwen hoe gender interacteert met andere factoren, zoals leeftijd, handicap, seksuele oriëntatie, inkomen, ras, inheemsheid, religie en huwelijkse staat – al noemden ze niet allemaal de hele opsomming, het belang van intersectionaliteit werd van verschillende kanten onderstreept (onder meer Canada, Chili, Spanje, naast de boven al genoemde landen).

In haar slotwoorden stelde CEDAW-voorzitter Nahla Haidar dat de bewoordingen over intersectionaliteit uit GR 28 zullen worden gevolgd in GR 41.

Steun aan het werk van het Comité en aan de co-voorzitters van de CEDAW werkgroep over genderstereotypen werd door de meeste landenvertegenwoordigers uit gesproken. Of dat ook daadwerkelijke financiële steun zal betekenen is echter de vraag. En dat heeft CEDAW wel nodig om GR 41 te kunnen formuleren en in oktober 2026 te aanvaarden.

Leontine Bijleveld, vertegenwoordigt de Vereniging voor Vrouw en Recht in het Netwerk VN-Vrouwenverdrag.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten