zondag 31 januari 2010

Concrete vragen – veelal globale en ontwijkende antwoorden

De Comité-leden stelden scherp geformuleerde en concrete vragen. Zoals van een geleerd gezelschap, met een behoorlijk aantal juridische professors, verwacht mag worden, waren er ook vragen met een sterk juridisch karakter. Daar leek de regeringsdelegatie niet helemaal op voorbereid. De vragen over de doorwerking van CEDAW in de Nederlandse rechtsorde ook in relatie tot het Optionele protocol werden, door staatssecretaris en ambtenaren, op vergelijkbare wijze beantwoord als al eerder in de schriftelijke ronde. Bij de vragen over de rechtszaken waarbij het Verdrag aan de orde was ontging het de delegatie dat expliciet gevraagd werd naar de inzet van de Staat bij de procedures. Het mag dan wel zo zijn dat uiteindelijk de rechter bepaalt of en in hoeverre een bepaald artikel van de Conventie direct door werkt in de Nederlandse rechtsorde. Dat neemt volgens de Comité-leden niet weg dat de Staat, als verdragspartij, de rechter moet meegeven zich gebonden te achten aan het verdrag.

Het CEDAW-Comité vroeg verder bijvoorbeeld welke concrete maatregelen de regering trof om het aantal vrouwen op hogere functies te vergroten dat te veranderen. Staatssecretaris Dijksma kwam niet veel verder dan: ‘het is inderdaad een groot probleem’,‘we moeten er hard aan werken’ en ‘ik heb alle vertrouwen in het Charter Talent naar de Top, waar al honderd bedrijven en instellingen zich bij hebben aangesloten’. De Comité-leden bleven zitten met de vraag wat de regering nu eigenlijk doet, ze hadden in hun vraag immers al geconstateerd dat door het lage aantal vrouwen op besluitvormende posities de regering te kort schiet in het bereiken van feitelijke gelijkheid, waartoe het Verdrag verplicht. Wijzen op het Charter Talent naar de Top overtuigde niet, mede omdat geen concrete resultaten genoemd werden (en waarschijnlijk ook niet genoemd konden worden).

Iets soortgelijks gebeurde met de vraag over de prevalentie van deeltijdwerk onder vrouwen. Het Comité is hier al vanaf de eerste rapportagecyclus niet gelukkig mee, om het mild uit te drukken. Dat het aandeel in deeltijd werkende vrouwen was toegenomen ten koste van de fulltimers baarde diverse comité-leden dan ook zorgen. En wat de regering daaraan deed om te zorgen dat meer vrouwen full-time zouden gaan werken.
De staatssecretaris verklaarde dat ook de Nederlandse regering zich ernstig zorgen maakt over het geringe aantal uren dat vrouwen in Nederland gemiddeld werken. Dat moet echt omhoog, zodat meer vrouwen economisch zelfstandig kunnen zijn, maar vooral om er voor te zorgen dat in de toekomst het draagvlak onder de verzorgingsstaat verstrekt wordt. Gevraagd naar concrete maatregelen kwam Dijksma niet veel verder dan te stellen dat in de Nederlandse cultuur nu eenmaal de keuzevrijheid van vrouwen een groot goed is en dat het niet gemakkelijk is cultuur te veranderen. We zagen Comité-leden wat geïrriteerd raken: niemand had voorgesteld de keuzevrijheid aan banden te leggen. Wel waren vraagtekens gesteld of vrouwen inderdaad uit vrije wil voor deeltijdwerk of non-participatie kiezen of toch ook gedwongen door de omstandigheden. Maar vooral was gevraagd naar welke maatregelen de regering trof om de keuze van vrouwen voor full-time werk (of grote deeltijdbanen) te vergemakkelijken. En of de regering had overwogen maatregelen die in ander landen tot succes hadden geleid in te voeren (bijvoorbeeld voorrang voor deeltijdwerkers bij interne, en mogelijk zelfs externe sollicitatieprocedures). Dijksma gaf geen sjoege meer. Dat is jammer, want ze had ook kunnen vragen of het Comité suggesties had hoe de noodzakelijke cultuurverandering versneld zou kunnen worden. De Ministers van de Antillen en Aruba kozen vaker voor deze strategie (to ask the guidance of the Committee).

Leontine Bijleveld

Wat voor vragen stelde het Comité aan de Nederlandse delegatie?

Over het algemeen was het niveau van de vragen die de Comité-leden stelden hoog. Ze bleken zowel de regeringsrapportage als de schaduwrapportage goed gelezen te hebben. Veel vragen vloeide direct of indirect voort uit de schaduwrapportage. Overigens bleken ook de ambtenaren uit de regeringsdelegatie de schaduwrapportage goed gelezen te hebben en er alvast antwoorden op te hebben voorbereid, maar dat ter zijde. Verschillende leden hadden ook nog pogingen in het werk gesteld om op andere wijze aanvullende informatie over Nederland te verkrijgen: ze hadden bij voorbeeld Eurostat geraadpleegd, (vergelijkende) onderzoeken van de Europese Commissie gelezen en zelfs tevergeefs geprobeerd informatie over ‘gender equality’ op de website van het ministerie van OC&W te vinden.
Soms klonk enig ongeduld door, omdat het niet de eerste keer was dat de onderwerpen werden aangesneden door het Comite (‘not convinced’, ‘disturbed’).

In vogelvlucht hier een aantal vragen en onderwerpen die Comité-leden aansneden, voor zover niet eerder in het blog genoemd:
- Hoe sterk en dwingend is de coördinatie van gender mainstreaming?
- Hoe vaak worden gender mainstreaming instrumenten zoals emancipatie-effect rapportage en gender budgetting?
- Waarom zijn de rapportages van de drie landen binnen het Koninkrijk niet gecoördineerd en op elkaar afgestemd?
- Waarom ontvangen women’s rights NGO’s geen structurele subsidie?
- De wetgeving lijkt in Nederland vooral op formele gelijke behandeling gericht, hoe wordt dan gelijkheid in de praktijk (‘substantive equality’) gerealiseerd?
- Welke tijdelijke speciale maatregelen treft de regering voor vrouwen uit etnische minderheden ‘and other disadvantaged groups’, zoals oudere vrouwen, vrouwen op het platteland en gehandicapte vrouwen?
- Stelt de regering evenveel middelen ter beschikking voor (organisaties gericht op) empowerment van prostituees als aan exit-programma’s?
- Op welke manier bestrijdt de regering gender en etnische stereotypen?
- Waarom zijn de streefcijfers voor politieke participatie verlaten?
- Waarom zijn er zo weinig vrouwelijke ambassadeurs?
- Waarom heeft de regering de Gelijk Loondag afgeblazen?
- Wat doet de regering eigenlijk wel om de loonkloof te dichten? “I do not think you can escape by reducing the pay gap by pointing at socalled explanaining factors.”
- Vrouwen zijn oververtegenwordigd onder de armen en onder de werklozen. Wat is de regering van plan daaraan te doen?
- Hoe gaat de regering de precaire positie van huishoudelijk personeel verbeteren?
- Wat zijn de effecten van de bezuinigingen op de gezondheidszorg voor vrouwen?
- Krijgen vrouwelijke slachtoffers van (huiselijk) geweld gratis rechtshulp?
Dit is nog maar een fractie van alle vragen die in blokken op de delegatie werden afgevuurd (art.1-3, 46, 7-9, 10-12, 13-14 en 15-16). Dijksma verzuchtte op een bepaald moment dat ze wel 14 vragen had geteld – of zei ze nu 40?

Niet op alle vragen kwam een antwoord – dat hield de rapporteur voor Nederland, mevrouw Neubauer goed bij. Maar ook als er wel een antwoord kwam stelde dat lang niet altijd het Comité tevreden – onderwerp voor een volgend blog.

Leontine Bijleveld

De (on)zichtbaarheid van seksuele minderheden binnen CEDAW en VN

We weten dat binnen het CEDAW-comité frictie bestaat over het wel of niet opnemen van seksuele oriëntatie en gender identiteit in de eindconclusies. Maar dat de (Engelstalige) persberichten over de CEDAW-sessies volledig zouden zwijgen over problemen van lesbische en biseksuele vrouwen en transgenders (LBT), dat hadden we niet verwacht.

In de schaduwrapportage hebben we onder verschillende artikelen van het verdrag beschreven met welke problematiek LBT worden geconfronteerd. Onze bevindingen variëren van complimenten voor de regering dat ze seksuele oriëntatie en gender identiteit als grond ziet voor het aanvragen van asiel tot kritische opmerkingen over gezondheidsproblemen van lesbische vrouwen die te maken hebben met een gebrek aan sociale acceptatie. Bovendien moeten transgenders zich verplicht laten steriliseren als ze hun geslacht in het paspoort willen laten aanpassen en wordt het plaatsen van borstimplantaten bij transgendervrouwen niet vergoed door de zorgverzekering.

Problemen die we graag besproken zagen tijdens de constructieve dialoog. Om de kans te vergroten dat comitéleden hierover vragen zouden stellen, hadden we met de regering afgesproken dat zij LBT in haar openingsstatement zou opnemen. Met enig succes, staatssecretaris Sharon Dijksma eindigde haar statement met de grotere kwetsbaarheid van lesbische vrouwen voor gezondheidsproblemen door een gebrek aan maatschappelijke zichtbaarheid. Ook stelde ze dat de Nederlandse regering zich voortdurend inzet en blijft inzetten voor de gelijke behandeling van alle vrouwen, ongeacht hun seksuele voorkeur of gender identiteit.

Wij moesten als NGO's de comitéleden zo ver krijgen dat ze over LBT vragen zouden stellen. Wie zouden er onze bondgenoten kunnen zijn? Violeta Neubauer had ons tijdens de informele sessie afgelopen maandag al vragen gesteld over LBT en kwam daar later tijdens de lunch briefing nog op terug. Mijn ontmoeting met het Braziliaanse comitélid Silvia Pimentel na afloop van de presentatie over reproductieve rechten afgelopen maandag, bleek goud waard.

De hierboven genoemde problemen vallen onder artikel 12: gelijke toegang tot gezondheidszorg. Dat kwam ’s middags aan de orde, zodat we meer tijd voor lobby hadden. Björn van Roosendaal (COC Nederland) en ik spraken Silvia Pimentel in de lunchpauze. Haar antwoord: "Zet zo kort en bondig mogelijk jullie vragen op papier en dan zal ik ze toevoegen aan de vragen die ik sowieso onder dat artikel wil stellen."

Fantastisch klonken de vragen uit haar mond: welke maatregelen neemt de regering om de gezondheid van lesbische vrouwen te verbeteren? Worden er beleidsmaatregelen getroffen om verplichte sterilisatie van transgenders te stoppen en het plaatsen van borstimplantaten te vergoeden?

De antwoorden van de staatssecretaris waren helaas minder uitgesproken dan we van minister Plasterk hadden begrepen. Namelijk dat een wetsvoorstel in voorbereiding is om de sterilisatie-eis daadwerkelijk te schrappen. Over het niet vergoeden van borstimplantaten gaf de staatssecretaris een hele verhandeling over het terugdringen van ziektekosten, dat de vergoeding niet voor niets uit het basispakket was gehaald. Plasterk had laten weten dat vergoeding van borstimplantaten heroverwogen zou worden.

Van dit alles was echter niets terug te lezen in het (Engelstalige) persbericht over de Nederlandse sessie (zie Mediacenter, news archive, 27-01-2010. Tijd voor actie. We hebben het aangekaart bij de persredactie en het CEDAW secretariaat. Verder hebben we een aantal comitéleden ingeseind. Ook de website van OC&W maakte aanvankelijk geen melding van de specifieke LBT-passage in Dijksma’s toespraak. Na een seintje van ons is dat veranderd. Of de regering ook in Genève aan de bel heeft getrokken, zoals we hadden gevraagd, is ons onbekend.

Linda Mans

vrijdag 29 januari 2010

Hoe een panel over reproductieve rechten in Nederland een mooi lobbymoment opleverde

Deelname aan zogeheten 'side events' betekent meestal vooral (informatie) geven, maar soms krijg je er ook wat voor terug.

'Women's Human Rights under siege: the state of sexual and reproductive rights in the Philippines, Egypt and the Netherlands and in the context of hiv/aids'. Dat was de titel van het 'side event' afgelopen maandag, waar ik een bijdrage heb geleverd. De organisatie was in handen van de 'International Commission of Jurists' en het 'Center for Reproductive Rights'.

Susan Timberlake, werkzaam bij UNAIDS, deed de aftrap met een korte introductie over de vaak penibele omstandigheden van vrouwen met hiv/aids. Een gedeelte uit een BBC documentaire over het verbod op voorbehoedsmiddelen op de Filippijnen schokte me door de desastreuze gevolgen ervan voor vrouwen en kinderen (documentaire in 3 delen, zie foto boven en links onderaan). De documentaire diende als illustratie bij de presentatie van Ximena Andión Ibañez (Center for Reproductive Rights). Soha Abdelaty uit Egypte besprak de verschillende mogelijkheden voor 'family planning' (‘geboortebeperking’ klinkt toch anders) in haar land en wat er wordt gedaan om seksueel geweld aan te pakken.

Uit de reactie van het publiek bleek, dat mijn presentatie hun droombeeld over Nederland als het walhalla van seksuele en reproductieve rechten aan diggelen had geslagen. Natuurlijk, Nederland is geen Filippijnen of Egypte en in theorie heeft iedereen, gedocumenteerd of niet, toegang tot gezondheidszorg. Maar de praktijk wijst anders uit:
- een vier keer hogere moedersterfte onder asielzoeksters dan onder witte vrouwen als gevolg van overheidsbeleid
- een veel hogere baby- en kindersterfte onder etnische minderheden in Nederland in vergelijking met de witte bevolking
- de angst van ongedocumenteerde vrouwen met hiv/aids om uitgezet te worden
- een beperkte keuzevrijheid van vrouwen wat betreft 'over tijd' behandeling (abortuspil alleen verkrijgbaar via abortusklinieken en ziekenhuizen en niet bij de huisarts) en het verplaatsen ervan onder abortuswetgeving.

En toen wisten we nog niet dat de pil mogelijk weer uit het basispakket van de zorgverzekering wordt gegooid.

Tijdens het vragenrondje heb ik nog een andere tekortkoming gemeld, namelijk het gebrek aan overheidsoptreden tegen huiselijk geweld, seksueel geweld en seksuele intimidatie. Een derde van alle vrouwen is ooit slachtoffer geweest van seksueel geweld, twaalf procent van alle vrouwen is ooit in haar leven verkracht, maar een nationaal actieplan om seksueel geweld tegen te gaan ontbreekt.

Als enige aanwezige lid van het CEDAW Comité had de Braziliaanse Silvia Pimentel (op foto) zich al verontschuldigd voor haar collega's, die naar de lunch briefing van de NGO's van de Verenigde Emiraten waren. Dat konden we ze niet kwalijk nemen, want deze onderonsjes met het Comité zijn erg belangrijk. Na afloop sprak ik met haar en ze drukte me op het hart mijn presentatie nog zo snel mogelijk aan de comitéleden te geven. Voor haar bleek het tijdens de constructieve dialoog voeding geweest te zijn voor kritische vragen. En ons contact bleek later nog goed van pas te komen.

Linda Mans

Explore: sex and religion in Manila (deel 1)
Explore: sex and religion in Manila (deel 2)
Explore: sex and religion in Manila (deel 3)

donderdag 28 januari 2010

Staatssecretaris Dijksma in gesprek met het Cedaw-Comité

Vol enthousiasme kweet staatssecretaris Dijksma zich van haar taak tijdens de Constructive Dialogue met het Cedaw-Comité op woensdag 27 januari. Het ministerie van OC&W had het tevoren al aangekondigd in een nieuwsbericht. Dijksma nam dit letterlijk. De meeste vragen die de leden van het CEDAW-Comité aan de regeringsdelegatie stelde beantwoordde ze zelf, al dan niet gebruik makend van de antwoorden die de ambtenaren uit de delegatie voor haar opschreven – wat dat betreft leek het wel op een overleg met de Tweede Kamer. Slechts een enkele keer gaf ze het woord aan Ferdi Licher (Directeur Emancipatie), die naast haar zat, of aan ambtenaren van andere departementen in de delegatiebanken. Deze taakverdeling had bijna onvermijdelijk tot gevolg dat de op de specifieke en concrete vragen van de Comitéleden vrij globale antwoorden vanuit de Nederlandse regering kwamen, vooral in de ochtendsessie. Dat ging in de middag sessie wat beter, het leek wel alsof de staatssecretaris en de ondersteunende ambtenaren wat beter op elkaar ingespeeld raakten. Bewonderenswaardig snel omdat ze van verschillende departementen kwamen. De antwoorden waren in de middagsessie wel concreter, maar niet altijd antwoord op de vraag. In sommige gevallen werd letterlijk herhaald wat al eerder in het schriftelijk antwoord op de schriftelijke vragen van het Cedaw-Comité was gemeld.

Hoe anders ging het bij de sessie van bijvoorbeeld de Verenigde Arabische Emiraten. Hoofd van de delegatie was een in het zwart geklede gesluierde vrouwelijke minister, die met haar optreden verschillende stereotypen ontkrachtte: consequent in (uitstekend) Engels pratend – en niet deels Arabisch zoals de Egyptische delegatie-leidster – stuurde ze als een generaal haar manschappen V/M aan. Bij elke vragenronde begon ze zelf en kondigde daarna aan welke geleerde dames en heren de andere vragen zouden beantwoorden. In de delegatie waren ook vertegenwoordigers van zogenaamde NGOs opgenomen, om kritische vragen van het Comité op voorhand te ontkrachten. Er is namelijk geen vrijheid van vereniging in de Verenigde Arabische Emiraten – dus geen vakbonden en de migrant domestic workers uit de verschillende Aziatische landen mogen niet eens een zeg Sri Lankese gezelligheidsvereniging oprichten. De betogen van de geleerde dames en heren gingen overigens, ondanks een indrukwekkend aantal verwijzingen naar wetsartikelen en andere referenties, meestal niet echt op de vragen in.

Hoewel op onderwerpen de antwoorden van de Nederlandse regering bekritiseerd kunnen worden – en dat zullen we in volgende blogs zeker doen – is de nadruk die Dijksma op het belang van het VN-Vrouwenverdrag legde bemoedigend.
Dat was in vorige rapportagecycli wel eens anders. Het biedt aanknopingspunten voor vrouwenrechtenorganisaties om de Nederlandse regering kritisch te blijven bevragen om de implementatie van het VN-vrouwenverdrag.

Leontine Bijleveld

woensdag 27 januari 2010

Impressie van de middagsessie


Ik zit te luisteren met het bekende Verenigde Naties oorschelpje op, waarin de vertalers nu een Spaanstalig Cedaw-lid vertalen. Na een paar uur doet dat schelpje pijn. Ik krijg geweldig respect voor de Cedaw-leden. Drie weken lang, elke dag een nieuw land, waarvan je het beleid en de situatie zo moet begrijpen, dat je er zinnige vragen over kunt stellen. Ik ben na drie dagen al behoorlijk moe. Bovendien moet men de vragen ook nog binnen een zeer beperkte tijd stellen. Houd men zich niet aan de tijd dan verschijnt er in grote rode letter op een TV scherm de woorden: Time’s up!

Om een impressie te geven hoe het hier verloopt beschrijf ik hierbij een paar vragen en opmerkingen op die ik voorbij hoor komen. Een meer bezonken reactie volgt.

Het Cedaw-lid uit Finland krijgt uit de Nederlandse rapportage toch sterk de indruk dat “the employment of women is not taken serious enough”. Vooral het zeer grote percentage parttime werkende vrouwen en de hardnekkigheid van het inkomen- en pensioen gat, baart het Cedaw-lid zorgen.

De lage deelname van vrouwen in top posities in vele beroepsgroepen in Nederland, b.v. universiteiten en bedrijfsleven, roept bij een aantal comitéleden de vraag op wat de overheid hieraan doet. Waarom zijn er zulke lage streefcijfers. Bv 15% vrouwelijke hoogleraren terwijl de Europese Unie een streefcijfer van 25% aanhoudt. Dit probleem is al minstens 20 jaar bekend, maar er wordt nog steeds geen steviger beleid op ingezet.

Zwangere vrouwen die worden verdacht van drugssmokkel kunnen soms wel meerder dagen worden vastgehouden, omdat ze vanwege hun zwangerschap niet door de bodyscanner willen. De Nederlandse overheid zou toch kunnen overwegen echo’s mogelijk te maken, stelt een ander comité lid, in navolging van het schaduwrapport.

Staatssecretaris Dijksma gaat weer het woord voeren. Het valt op dat een aantal voorbeelden nu al voor de tweede keer voorbijkomen. Het antwoord op de vraag wat de overheid doet aan het feit dat er in het Nederlandse onderwijs steeds meer segregatie in de schoolkeuze is, wordt er weer gewezen op een aantal projecten, bv het Beta techniek project. Dit is een voortdurend verschil van inzicht op een groot aantal thema’s tussen de overheid en de NGO’s. Wij zijn er van overtuigd dat structurele problemen zoals de schoolkeuze, die grote impact hebben op de carrière van een mens, niet met een paar projecten op te lossen zijn.

Wat wel interessant is dat de Nederlandse overheid, ook op ons verzoek, specifiek ingaat op de situatie van lesbische vrouwen. Omdat het onderwerp van mensenrechten van homo’s en transseksuelen wereldwijd nog gevoelig ligt is het goed als er binnen een belangrijk VN comité over de rechten van deze groepen wordt gesproken.

De staatssecretaris legt nu uit aan het comité-lid uit China dat er niet echt een probleem is met oudere vrouwen in Nederland. Misschien weet mevrouw dit niet, maar Nederland kun je in twee uur van grens tot grens bereizen en we hebben goed openbaar vervoer. En ja er is wel een armoede probleem met oudere vrouwen en oudere vrouwen leven vaak in een isolement.

Het is bijna 5 uur. De Cedaw-leden hebben nu veel meer informatie en gaan in de komende dagen werken aan de concluding observations. Daarin zullen ze aan de Nederlandse overheid complimenteren over wat in hun ogen goed gaat en voor het overige aanbevelingen doen ter verbetering van de naleving van het VN-vrouwenverdrag.

Loeky Droesen, aim for human rights

bespreking Nederlandse overheidsrapportage begonnen


Het is nu half 3 in Geneve en het ochtenddeel van de dialoog tussen CEDAW-Comite en de Nederlandse regeringsdelegatie is voorbij. Hoe gaat zo'n de bespreking. Op een podium zitten de voorzitter van het CEDAW comite, de Egyptische Naela Gabr en drie (junior) ministers van het Koninkrijk der Nederlanden, geflankeerd door de Directeur Emancipatie van OC&W. Voor het Nederlandse deel van het koninkrijk, is staatssecretaris Sharon Dijksma aanwezig. Aruba en de Antillen zijn beide met een eigen minister vertegenwoordigd.
Als NGO vertegenwoordiging zitten we aan de zijkant van de zaal. Daar tussen zitten de CEDAW comiteleden en aan de overkant zit het ambtelijk deel van de delegatie van de Nederlandse overheid. Het is een zeer grote delegatie deze keer. Men is met zo'n 20 man en vrouw naar Geneve afgereisd. Voor ons als NGO vertegenwoordiging is het een spannende en lastige dag. We kunnen vandaag alleen maar luisteren.
De ochtend begint met de openingsspeech van de bewindspersonen. Het valt ons op dat, wat betreft Nederland, de nadruk daarin ligt op de deelname aan het arbeidsproces van moeders en de in Nederland gebruikelijke ander half verdieners model. Er wordt gewezen op het feit dat Nederlandse vrouwen nu niet meer, zoals in 1964, 60 uur per week aan huishoudwerk besteden.
Over het algemeen draagt het statement in onze oren een grote tevredenheid uit met wat er sinds 1964 is veranderd. De huidige stand van zaken in Nederland is zo slecht nog niet, al wordt onderkend dat er nog een lange weg te gaan is. Onduidelijk is hoe groot de ambitie is echt stappen vooruit te zetten. De ministers van Aruba en de Antillen geven in hun speeches wel aan dat er ruimte is voor verbetering.

Daarna is er ruimte voor vragen van CEDAW comite-leden. Het valt op dat er veel vragen zijn over de doorweking van het verdrag in de Nederlandse rechtsorde en de stellingname van de Nederlandse overheid in de SGP zaak.
Er zijn ook vragen over de emancipatie-ondersteuningsstructuur in Nederland, over hoe de Nederlandse overheid zichzelf monitort om gender impact in kaart brengt. De vraag van comitelid Neubauer was erg helder. De doelstellingen van het vorige emanicipatiebeleidsplan zijn lang niet allemaal gehaald. Zijn er onderzoeken gedaan naar de redenen daarvan en lessen getrokken voor het huidige plan?

In de beantwoording van een paar vragen benadrukte de Nederlandse overheid dat men de rol van civil society belangrijk vind en dat er ook altijd consultatie is. Van onze kant van de zaal wekte dat wel verbazing. We verschillen echt van mening over wat een inhoudelijke deugdelijke consultatie in zou moeten houden. In ieder geval meer dan een oploop waarin NGO's ultra korte statements kunnen uitbrengen (zie ook Schaduwrapportage p. 12), waarna over wordt gegaan tot de orde van de dag.

Ook het antwoord over het voorliggende wetsvoorstel prostitutie waarin o.a de verplichte registratie van prostitutees sloot aan op onze beleving. Er is vanuit de NGO's gedegen kritiek op het wetsvoorstel, juist vanuit de groep die het betreft. Maar de staatssecretaris sprak uit dat men het niet eens is met de NGO's zonder inhoudelijke onderbouwing, helaas.

We gaan nu weer verder met de bespreking. later meer.

Loeky Droesen, aim for human rights

dinsdag 26 januari 2010

Succesvolle lunch briefing

Vandaag (dinsdag) stond in het in het teken van de 'lunch briefing' met CEDAW comité leden. Maandagavond hebben we de onderwerpen verdeeld, met elkaar besproken welke nieuwe ontwikkelingen sinds het indienen van de schaduwrapportage we voor het voetlicht wilden brengen en wie (Hellen Felter, Maria Lourijsen, Leontine Bijleveld en ondergetekende) wat zou vertellen.

Tijdens zo'n 'lunch briefing' heb je weinig tijd, die je zo efficiënt mogelijk wilt inzetten. Leontine is een geweldige moderator, die ervoor zorgde dat we de verschillende onderwerpen binnen afzienbare tijd konden afhandelen zonder af te dwalen - zie het andere stukje over de inhoud daarvan. En waarbij voldoende gelegenheid was via vragen van comitéleden dieper op het onderwerp in te gaan. Een knap stukje samenwerking.

Na wat strubbelingen aan het begin (waar zijn de sandwiches? - met dank aan Loeky Droesen en Bjorn van Roosendaal voor het rennen naar het cafetaria), bleken de mandarijnen die Leontine had meegenomen een pracht van een ijsbreker te zijn.

Verder had het comité ons gisteren zoveel vragen gesteld, dat we wisten waar hun interesse zou liggen en nu ook gelegenheid hadden daar uitgebreider op te antwoorden. En vragen konden beantwoorden waar we nog helemaal niet aan waren toegekomen. Zoals hoe het zit met discriminatie van lesbische en biseksuele vrouwen en transgenders (LBT) en in hoeverre er een duidelijke kloof zit tussen LBT en homoseksuele mannen (gay = G) op het niveau van besluitvormingsprocessen. Met andere woorden, zitten LBT net zoveel als G op de juiste plekken om beslissingen te nemen?

Comitéleden houden van korte beschrijvingen op papier. Na afloop van de 'lunch briefing' hebben we tijd besteed aan het maken van een ‘fact sheet’. Heet van de pers kwam het bericht nog binnen, dat voor de zoveelste keer een aanbeveling is gedaan (deze keer door het CVZ) de anticonceptie pil uit het basispakket van de zorgverzekering te halen. Wat ons betreft voer voor de comitéleden tijdens de constructieve dialoog met de regering morgen.

Het Zwitserlevengevoel kwam even opzetten toen we vanavond van de kaasfondue genoten.

Linda Mans

Waar wilde het CEDAW-Comité meer over weten?

Over tal van onderwerpen vroeg het CEDAW-Comité nadere informatie van de NGO’s tijdens de informele sessie op maandag.
Zo wilde Soledad Murillo de la Vega (Spanje) weten of er ook buiten de publieke sector betaald zwangerschapsverlof bestond of dat sommige groepen werkende vrouwen uitgesloten er van waren, ze dacht aan deeltijders. We konden haar snel uitleggen dat de enige groep werkende vrouwen die geen betaald zwangerschapsverlof hebben gehad de zelfstandig werkende vrouwen zijn die zwanger waren tussen 2004 en 2008 (en dat de NGOs dat niet in overeenstemming met het Verdrag vinden).

Pramila Patten uit Mauritius vroeg informatie over het resultaat dat de Arbeidsinspectie boekt, nu ze moeten handhaven of werkgevers wel effectief discriminatie bestrijden (mandaat, aantallen klachten, publieke en private sector e.d.).
Omdat deze taak pas per juli 2009 aan het takenpakket van de Arbeidsinspectie is toegevoegd kan daar nog niets over gemeld worden, maar gezien de eerdere ervaringen (seksuele intimidatie) hebben de NGO’s geen hoge verwachtingen.

Violeta Neubauer (Slovenië) bleek zich erg goed in Nederland, de regeringsrapportage en de schaduwrapportage verdiept te hebben – op zich niet verwonderlijk, want ze is rapporteur van het Comité voor Nederland. Maar bij een van onze wandelgangengesprekken bleek dat er ook nog een persoonlijke kant aan zit: haar zus woont al vele jaren in Dordrecht. Ze stelde vragen over de gender equality infrastructuur, ook op provinciaal en gemeentelijk niveau. Ook wilde ze graag weten waarom de laatste jaren de samenwerking tussen de regering en NGO’s zoveel moeizamer gaat. Waarom waardeert de overheid de kritische rol van de NGO’s niet langer?
We konden uitleggen dat er met het huidige kabinet op sommige onderwerpen en bij sommige gelegenheden gelukkig beter samengewerkt wordt, maar dat we nog ver afstaan van het niveau van samenwerking ten tijde van Beijing. Neubauer werkte in 1995 nauw samen met de Nederlandse delegaties (regering en NGO’s) om de rechten van lesbische vrouwen opgenomen te krijgen in het Beijing Platform for Action. Dat is op het laatste moment toen niet gelukt – min of meer geruild tegen de erkenning van reproductieve rechten van vrouwen.

Neubauer wist dan ook nog wel dat minister Melkert destijds in Beijing de lesbische tent op het NGO Forum in Huairou bezocht als een politiek statement. Iets wat uit het institutioneel geheugen van de Directie Emancipatie is verdwenen, zoals onlangs bleek tijdens een overleg over een LBT-side event tijdens de CSW Beijng+15 in maart 2010.
Ons stelde ze de vraag of er opmerkelijke verschillen en ongelijkheden zijn tussen LBT vrouwen en GBT mannen, bijvoorbeeld op besluitvormende posities.
We hebben haar uitgelegd dat ook hier sprake is van gender ongelijkheid.

Andere onderwerpen die werden aangesneden waren: segregatie op de arbeidsmarkt en de NGO visie op de resultaten van het ESF-project Glazen Muur. Er werden vragen gesteld over de positie van specifieke groepen vrouwen: oudere vrouwen, gehandicapte vrouwen, zwarte vrouwen, vrouwen op het platteland zowel arbeidsmarkt, onderwijs en gezondheid.
Ook vroegen Comitéleden zich af of de Antidiscriminatiebureaus gender discriminatie wel voldoende serieus namen.
In de drie minuten die er voor stonden kon dit niet allemaal beantwoord worden en zelfs niet in de extra tijd die we per ongeluk namen – de stopwatch was onzichtbaar van onze NGO-bankjes. Maar in de informele lunch-briefing op dinsdag konden we de beantwoording afmaken en nieuwe vragen beantwoorden.

Leontine Bijleveld

De kop is er af

Linda en ik meldden ons maandag al voor half 9 bij de Pregny-gate van het Palais des Nations om ons te accrediteren. Geen rijen nog, alleen maar VN-medewerkers die zonder koffie moeilijk op gang kwamen en hun traag opstartende computers. Redelijk snel kregen we uiteindelijk onze pasjes, onze namen waren gemakkelijk in de computers te vinden.
Laurien Koster, voorzitter van de Commissie Gelijke Behandeling, en Marije Graven, juridisch medewerker van de CGB hadden minder geluk later in de middag. Hun namen waren niet te vinden in de computer en dus konden ze niet naar binnen. Althans uiteindelijk wel, maar met zoveel vertraging dat ze uiteindelijk zaal XVI pas konden betreden toen Linda al met de korte bijdrage namens de Nederlandse NGO’s
was begonnen. Dat Oral Statement is via een link in het vorige bericht te lezen.
Wederom lukte het ons het uit te spreken binnen de 10 minuten die we net als de NGO’s uit andere landen kregen, met passie zoals de ‘resourcepersons’ van IWRAW AP ons op het hart hadden gedrukt.

Ferdi Licher en Anita de Groot van de Directie Emancipatie (Ministerie OC&W) waren al iets eerder dan de CGB gearriveerd. Te laat om hen te kunnen begroeten, we hadden onze plaatsen in de NGO-banken achter in de zaal al ingenomen. Ze waren speciaal de rest van de regeringsdelegatie vooruit gereisd om te kunnen luisteren naar de NGO verklaring en de vragen vanuit het Comité aan de NGO’s (en onze antwoorden) – hierover meer in een blogspot morgen. Wat ze er van vonden hebben we niet kunnen vragen, want ze waren voor het einde van de sessie vertrokken, zelfs voor de CGB het woord kreeg. Ze hebben een uitstekend verhaald gemist, al kunnen ze dat binnenkort nalezen op de website van de CGB. De lezers van dit blogspot kunnen al terecht in de nieuwsrubriek van de Vereniging voor Vrouw en Recht.

Aan het eind van een lange dag toch nog even een kort blogspot (bokspoot volgens de tekstcorrectie van Office for Apple) schrijven vanuit het streven tenminste dagelijks verslag te doen. En dan er achter komen dat de internetverbinding in het appartementen-hotel duidelijk hapert. Leuk is anders, maar morgen is er weer een dag. Aangezien de draadloze toegang tot internet in het Palais des Nations wel overal werkt (wat niet van de kopieerapparaten gezegd kan worden) plakken we de tekst maar op dinsdagochtend in het blogspot, voorafgaande aan de informele lunch-briefing die we voor de leden van het CEDAW-Comité organiseren.


Leontine Bijleveld

zondag 24 januari 2010

Klaar voor de vuurdoop

Zaterdag en zondag (23 en 24 januari) hebben co-rapporteur Linda Mans, Hellen Felter (Tiye International) en ik voorbereidende training van IWRAW-Asia Pacific gevolgd. Zo'n training biedt deze NGO al sinds 1997 aan afgevaardigden van NGO's die hun CEDAW Schaduwrapportage willen toelichten aan het CEDAW-Comite. We bevonden ons in het gezelschap van drie vrouwen uit Botswana, twee uit Panama en een (oorspronkelijk Ierse) man die mee had gewerkt aan het schaduwrapport over de eerste rapportage van de Verenigde Arabische Emiraten. Daarnaast waren er maar liefst 12 deelneemsters (een man) uit Egypte.
We kregen alle ins en outs over de procedures te horen. De interesses van de verschillende leden van het CEDAW-Comite werden ons geduid. En we hebben geoefend. We slaagden er gedrieelijk in het te voren voorbereide statement binnen de 10 minuten tot een goed einde te brengen.
Toch kon hier en daar de tekst nog verhelderd, zodat de punten die door de deelnemers aan de publieksbijeenkomst op 24 november als prioriteit waren bijbehorende aanbevelingen uit de Schaduwrapportage tussen gevoegd, al gaan we die niet oplezen. De Comite-leden die de tekst ook op papier krijgen hebben dan snel scherp wat ze de regeringsdelegatie zouden moeten vragen als het aan ons ligt. Wie ons Oral Statement wil lezen kan dat via de website van de Vereniging voor Vrouw en Recht.
Wie wil oefenen met speeches binnen de tijd houden, hier is een link.

Leontine Bijleveld
co-rapporteur

vrijdag 22 januari 2010

Bespreking in Geneve gaat beginnen

Linda Mans en Leontine Bijleveld, de rapporteurs van de schaduwrapportage 2009 ‘Women’s rights- Some progress, many gaps’, staan op het punt om af te reizen naar Genève. Daar worden de schaduwrapportage en de vijfde Nederlandse overheidsrapportage besproken door het CEDAW-comité. Ook reizen een aantal vertegenwoordigers van de ondertekende organisaties mee ter ondersteuning van de rapporteurs en ter versterking van de informele lobby.

De belangrijkste dagen in Genève zijn:
Maandag 25 januari 2010: Linda Mans en Leontine Bijleveld hebben op maandagmiddag 10 minuten de tijd om de belangrijkste punten uit de schaduwrapportage voor het voetlicht te brengen.
Dinsdag 26 januari 2010: Linda Mans en Leontine Bijleveld hebben een informele lunch met CEDAW leden waarbij ook de andere Nederlandse NGO’s zullen aansluiten.
Woensdag 27 januari 2010: Bespreking van de nationale overheidsrapportage tussen het CEDAW-comité en de Nederlandse overheidsdelegatie geleid door staatssecretaris van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Sharon Dijksma. De dag zal worden afgesloten met een borrel op uitnodiging van de staatssecretaris voor de regeringsdelegatieleden en de NGO vertegenwoordigers.

Loeky Droesen, aim for human rights.