Na een korte voorbespreking gisteravond, respectievelijk in een uitgestorven Libanees restaurant waar ze halverwege ons diner de lichten maar alvast uitdeden en de lobby van het hotel, was het vandaag zover: de voorbereidende sessie van het CEDAW-Comité. Een ochtendwandeling door de frisse Zwitserse lucht bracht ons naar het VN-gebouw. Eerst in de rij voor de pasjes; een half uur buiten, en nog een half uur binnen. Vervolgens met onze pasjes (die overigens als expiring-date 6 februari vermelden; we kunnen dus ieder moment het gebouw uitgezet worden) op zoek naar de juiste zaal. Dat viel nog niet mee.
Maar uiteindelijk vonden we zaal XVI: een oude, hele grote vergaderzaal, met daarin op het podium en op de eerste rij een achttal vrouwen: een aantal Comité-leden en het secretariaat. Wij mochten aan de zijkant plaatsnemen, en daarvandaan onze presentaties geven. We waren er allebei als vertegenwoordigers van het Netwerk VN-Vrouwenverdrag. Maria had daarbovenop van de Commissie Gelijke Behandeling het verzoek gekregen om hun rapport te presenteren. We hadden daarom afgesproken dat Margreet de eerste presentatie van de NGO-notes voor haar rekening zou nemen, waarna we samen eventuele vragen zouden kunnen beantwoorden. Op zich werkte deze taakverdeling wel, maar het had wel tot gevolg dat Maria meer als CGB-vertegenwoordiger werd gezien, en Margreet toch vooral de rol van NGO-vertegenwoordiger speelde.
We kregen ruim de tijd om onze presentaties te houden. Eerst Maria voor de CGB, daarna Margreet voor het Netwerk.
We hadden van te voren bedacht dat we in onze presentatie niet de NGO-notes zouden gaan herhalen; we gingen er vanuit dat de Comité-leden deze gelezen hadden, wat ook zo bleek te zijn. We hebben daarom in de presentatie vooral uitgelegd wat het Netwerk is (veel organisaties); dat we begonnen zijn met het proces van de schaduw-rapportage, waarvoor we net als de vorige keer weer informatie van een groot aantal NGO’s en experts willen opnemen; dat er nu dus nog geen schaduwrapportage ligt; dat de NGO-notes geen volledig beeld geven van ons commentaar op de regeringsrapportage; maar dat we hierin specifiek een aantal onderwerpen willen benoemen waarop de regeringsrapportage geen of slechts weinig informatie geeft, terwijl het onderwerpen zijn die voor de positie van vrouwen wel van belang zijn. Ook hebben we iets gezegd over de positie van de Nederlandse Antillen. Dat wij als NGO’s wel contact hebben met een aantal vrouwen op de Antillen, en dat daar wel de wens leeft om een schaduwrapportage te maken, maar dat de middelen zeer beperkt zijn. Er is nauwelijks een vrouwenorganisatie, en al helemaal geen budget. We hebben daarbij aangegeven dat verhoudingen tussen Nederland en de Antillen niet zo zijn dat de Nederlandse regering opdrachten kan geven om een bepaald beleid te voeren, of om een rapportage te maken, maar dat er wellicht wel mogelijkheden zij om een en ander (financieel) te faciliteren; zowel wat betreft de overheidsrapportage, als wat betreft de NGO-schaduwrapportage. Wellicht dat het Comité daarnaar zou kunnen informeren bij de regering? Verder hebben we kort de punten zoals genoemd in de NGO-notes langsgelopen. Waarna de Comité-leden vragen aan ons mochten stelden. Een gelegenheid waarvan ze graag gebruik maakten; daarover meer in het volgende blogje; nu eerst lunch.
Maria Lourijsen / Margreet de Boer
9 februari 2009
maandag 9 februari 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten