dinsdag 6 juli 2010

Regionale consultatie over Concluding Observations

Van 1 tot 3 juli 2010 was er een ‘regionale’ consultatie over het VN-Vrouwenverdrag in Warschau, waar Karat zetelt. De regio strekt zich uit over iets van 7 tijdszones – van Oezbekistan tot West Europa. De organisatie was in handen van Karat in samenwerking met WIDE en IWRAW-AP – verderop meer informatie over deze drie organisaties. Aan de consultatie namen zo’n dertig vrouwen deel uit 15 landen. De meest uit de voormalige Sovjet Unie (CIS). Verder was de Balkan vertegenwoordigd (Kroatië) en de Europese Unie met drie nieuwe lidstaten (Polen, Slowakije en Bulgarije) en drie oude (Italië, Denemarken en Nederland). Ondergetekende vertegenwoordigde het Netwerk VN-Vrouwenverdrag. De meeste deelnemers waren directeur van of adviseur bij een vrouwenorganisatie die (de coördinatie van) een schaduwrapportage in eigen land hadden verzorgd. Vaak hadden ze namens hun organisatie de CEDAW-sessie waar hun land werd besproken, de afgelopen vier jaar, bijgewoond. Sommigen zaten nog in (de voorbereiding van) het schaduwtraject. Een enkeling vertegenwoordigde net als ondergetekende als vrijwilligster, lid of bestuurslid de eigen organisatie – bijvoorbeeld the Danish Women’s Society (zusterorganisatie van Vrouwenbelangen), maar ook de Women’s Independent Democratic Movement in Belarus. In een aantal blogs zal ik enige ervaringen uit de driedaagse conferentie delen.

Centraal stond de implementatie van de Concluding Observations van het CEDAW-Comité. Het ging natuurlijk om de uitvoering van het VN-Vrouwenverdrag als geheel, bedoeling was daarbij meer strategisch in te zoomen op hetgeen het CEDAW-Comité had aanbevolen in zijn recente Concluding Observations. Dat was voor velen een grote opgave.
Er bleken grote verschillen te zijn tussen de deelnemers in het niveau van kennis en ervaring in dit opzicht. Soms komt dat doordat men zich in een bepaald land nog niet zo lang met het VN-Vrouwenverdrag heeft bezig gehouden. Karat had net een driejarig project afgerond in 8 CIS-landen. Verder blijkt het in een aantal landen gemakkelijker fondsen te vinden en/of krachten te bundelen om een schaduwrapportage tot stand te brengen dan aan de slag te gaan met de bevindingen en aanbevelingen van het CEDAW-Comité. Op zich begrijpelijk want het tweede is veel meer een kwestie van langere adem, waarbij het gebrek aan middelen bij veel organisaties belemmerend werkt. Bovendien zijn het vooral de organisaties die activiteiten ontplooien op de verschillende deelterreinen die met concrete aanbevelingen van het Comité hun argumentatie kunnen versterken.
Van grote invloed is voorts de politieke situatie in het land. In een dictatuur als Belarus is het al een waagstuk om een schaduwrapportage in het Engels te vertalen of om concluding observations te verspreiden. In Kirgizië is het na het verjagen van de president mede gezien de enorme omvang van het geweld tegen minderheden in delen van het land de vraag of het land tot de ‘failed states’ gaat behoren of dat er uitzicht komt op enigerlei vorm van democratie.

De organisatoren.
Karat is een koepel van 60 vrouwenorganisaties in 24 landen in Oost Europa, de Balkan en de Commonwealth of Independent States (CIS). WIDE, Women in Development Europe, is een Europees feministisch netwerk van vrouwenorganisaties, ontwikkeling-ngo’s, gender consultants en vrouwenrechten activisten. IWRAW-AP – International Women’s Rights Action Watch Asia Pacific - is een in Kuala Lumpur (Maleisië) gevestigde NGO die onder meer vrouwenrechten organisaties ondersteunt die uitvoering van het VN-Vrouwenverdrag bevorderen, bijvoorbeeld via schaduwrapportages. Voor de NGO’s aanwezig bij de CEDAW-sessie waar hun land besproken wordt organiseren ze een training (we berichtten eerder over de training in januari).

Leontine Bijleveld

maandag 12 april 2010

Van conclusies naar acties

De publieksbijeenkomst "De 'Concluding Observations' van het CEDAW-Comité; Hoe nu verder?" van afgelopen vrijdag 9 april begon feestelijk. Dagvoorzitter Mieke van der Burg (voorzitter van de Vereniging Vrouw en Recht) vertelde het heugelijke nieuws dat de SGP volgens de Hoge Raad vrouwen niet mag uitsluiten van kandidatenlijsten voor de verkiezingen. Daarmee verklaarde de Hoge Raad het VN-Vrouwenverdrag, althans art. 7, bindend.

Maar liefst vanuit veertig verschillende organisaties waren de deelnemers aan de publieksbijeenkomst vertegenwoordigd, aldus de dagvoorzitter. Wederom een aanduiding dat meer organisaties dan ooit bij het schaduwproces betrokken zijn (geweest). En die zich ook bij het vervolgproces willen en kunnen inzetten. De politiek is daarbij natuurlijk van belang. We waren blij dat Tineke Strik, lid van de Eerste Kamer voor Groen Links, er was, net als verschillende gemeenteraadsleden. Strik stelde al eerder vragen aan de regering over uitvoering van de Concluding Observations.

Leontine legde kort uit waar het VN-Vrouwenverdrag over gaat en wat de verplichtingen voor de regering zijn. Ze stipte de ambigue houding van de regering aan ten opzichte van het verdrag. Een voorbeeld: de regering negeert prompt aanbeveling nr. 8, zorgdragen voor de verspreiding van de Concluding Observations. Want die liggen alleen onvertaald ter inzage bij het Centraal Informatiepunt. Subsidie voor een publieksuitgave werd geweigerd. Daar staat tegenover dat de regering op verzoek van de NGO’s in haar statement aandacht had voor lesbische en biseksuele vrouwen. Daardoor kon het VN-Comité in eindconclusies zijn waardering daarover uitspreken. Ook besprak Leontine het proces rondom de Constructieve Dialoog in Genève.

Als opstart voor de werkgroepen gaf Linda een samenvatting van de Concluding Observations van het CEDAW-Comité. Iets uitgebreider stond ze stil bij de twee onderwerpen waarover de regering over twee jaar al moet rapporteren: geweld tegen vrouwen en vrouwenhandel. Als voorbeeld dat organisaties elkaar al weten te vinden voor actie, vertelde ze over het emailverkeer tussen verschillende organisaties over het wetsvoorstel regulering prostitutie. “Wat kunnen we doen om te voorkomen dat het wetsvoorstel alsnog nu wordt behandeld?” Contacten met politici?

Laurien Koster, Voorzitter van de Commissie Gelijke Behandeling, gaf haar visie op de Concluding Observations en besprak vanuit het perspectief van de CGB de Constructieve Dialoog tussen de regering en het VN-Comité.

Niet eerder zijn de eindconclusies zo concreet verwoord en bieden ze zoveel aanknopingspunten voor acties en activiteiten. Maar zonder actieve inzet van vrouwenorganisaties en andere maatschappelijke organisaties gebeurt er niets. In een uur tijd hebben de aanwezigen in werkgroepen dan ook de tanden gezet in de verschillende onderwerpen van de Concluding Observations. Binnenkort verschijnt er een samenvatting van wat er allemaal de revue passeerde.

Tenslotte presenteerde het Netwerk VN-Vrouwenverdrag afgelopen vrijdag ook de publieksuitgave 'Vrouwenrechten in Nederland anno 2010; Enige vooruitgang, nog veel te doen - de conclusies van het VN-Comité'. Dat bevat een samenvatting van zowel de schaduwrapportage als de Concluding Observations van het VN-Comité. Zodat nog meer organisaties en activisten weten wat er speelt en de regering kritisch kunnen volgen op naleving van het VN-Vrouwenverdrag.

Het boekje is namens het Netwerk uitgegeven door E-Quality, kenniscentrum voor emancipatie, gezin en diversiteit, waar het (gratis) te bestellen is. Het is ook in PDF te raadplegen.

Linda Mans

Moeders gerechten

Het had het Netwerk wel aardig geleken om de sprekers, de middagvoorzitter en CEDAW-lid de heer Flinterman op de publieksbijeenkomst op 9 april geen bloemen te geven, maar een cadeautje met een knipoog naar de in het Vrouwenverdrag zo belangrijke stereotypen.
Stichting Ariana, het Studiefonds voor Afghaanse vrouwen,heeft namelijk ter gelegenheid van haar eerste lustrum een kookboek uitgegeven: Moeders gerechten. Niet alleen voor fondswerving, maar ook om in diaspora de culinaire traditie levend te houden en over te dragen aan zonen en dochters.
Vanwege de logistiek rond de Pasen lukte het niet de kookboeken tijdig beschikbaar te hebben. Toch een aanrader.Te bestellen voor 15 Euro excl. verzendkosten via genoemde websites.

Leontine Bijleveld

donderdag 11 maart 2010

Concluding Observations ter inzage in de Tweede Kamer

Op 4 maart 2010 heeft staatssecretaris van Bijsterveld de Tweede Kamer geïnformeerd over de publikatie van de Concluding Observations van het CEDAW-Committee, ten onrechte ‘het verslag’ genoemd. Concluding Observations zijn het oordeel van het toezichthoudend Comité over de manier waarop Nederland uitvoering geeft aan het VN-Vrouwenverdrag. Dat heeft toch echt juridisch een zwaarder gewicht dan ‘verslag’. Overigens zal CEDAW over enige tijd op de OHCHR-website nog een verslag (Proceedings) over de bespreking met de regeringsdelegatie publiceren.
De staatssecretaris heeft er van afgezien de Concluding Observations bij de brief (zie vrouwenverdrag.nl) te voegen. Volstaan is met het ter inzage leggen bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer en in algemene zin verwijzen naar de website van het Ministerie van OC&W. Ze kondigt aan nog voor het zomerreces met een kabinetsreactie “inhoudelijk op de punten van zorg van het CEDAW-comité en de aanbevelingen (te) reageren.”
Het lijkt aangewezen dat Kamerleden de staatssecretaris nog even herinneren aan de toezegging van haar voorganger als coördinerend bewindspersoon emancipatie (minister Plasterk) de Kamer ook een vertaling in het Nederlands te verstrekken. Dat kan dan bij het regeringsstandpunt gevoegd worden. Daarmee zou de regering meteen uitvoering geven aan een deel van de aanbevelingen van het CEDAW-Comité.

Het Netwerk VN-Vrouwenverdrag zal in ieder geval leden van de Tweede en Eerste Kamer uitnodigen voor de publieksbijeenkomst over de Concluding Observations in Utrecht op 9 april a.s. Daar kunnen ze dan meteen de publieksuitgave Vrouwenrechten in Nederland - enige vooruitgang, nog veel te doen over de schaduwrapportage en de concluding observations in ontvangst nemen. Deze publieksuitgave zal breed verspreid worden. Aanvraag en aanmelding voor de publieksbijeenkomst internwhr2@aimforhumanrights.nl.

Leontine Bijleveld

dinsdag 9 maart 2010

Nederland erkent plicht tot meer informatie over Vrouwenverdrag

Tijdens de 54ste Commission on the Status of Women vond een interactief panel over 30 jaar CEDAW plaats (zie ook blogspot WomeninNewYork). Tijdens dat panel gaf de Nederlandse regeringsdelegatie een statement af. Ik kon deze (nog?) niet vinden op de website van de PV in New York of van de Ministerie van OC&W. Een link is dus niet mogelijk – een samenvatting wel.
Charles de Vries (Directie Emancipatie) stelde dat de regering de aanbeveling van het CEDAW-Comité om gendermainstreaming te verbeteren ter harte had genomen. Hij doelde op de Concluding Observations naar aanleiding van de vierde regeringsrapportage in 2007 (link). The Committee recommended that one Government department be designated and actively take up the responsibility and leadership role in coordinating the use of the gender-mainstreaming strategy in policies and programs of all other Government departments, as well as to ensure effective monitoring and evaluation of results achieved.
De Vries zette uiteen welke stappen de regering had gezet, onder meer met de emancipatienota en dat de resultaten van de midterm review van elk departement binnenkort naar het parlement komen. Persoonlijk denk ik dat eenzelfde verhaal verteld had kunnen worden in een interactief panel waarin een lid van de Visitatiecommissie Emancipatie als expert optrad. Met dat verschil dat dan de credits naar de Visitatiecommissie waren gegaan.
Voor insiders was opmerkelijk dat De Vries niet verwees naar de meest recente Concluding Observations van het CEDAW-Comité die op 17 februari online gezet werden - zie het persbericht eerder op dit blogspot. Daaruit bleek namelijk dat het Comité weliswaar waardering heeft voor deze verbeteringen, maar nog niet tevreden is. Het maakt zich zorgen over het zeer beperkte gebruik van gendermainstreamings-instrumenten als Emancipatie Effect Rapportage en gender budgetting door de verschillende ministeries. Het Comité wil hoe dan ook een overzicht van de vooruitgang op dit terrein in de volgende regeringsrapportage.
De Vries’ interventie besloot met een opsteker voor de NGO’s: Having said this, I must admit that the Dutch government realizes very well that it could step up its own efforts to make the Convention known. That’s what our NGO’s and also the CEDAW committee have made us aware of.
Anje Wiersinga (Vrouwenbelangen/International Alliance of Women) kwam onmiddellijk naar me toe “die kunnen we in onze zak steken”. Nu nog even bedenken hoe we dit kunnen kapitaliseren, want het Netwerk VN-Vrouwenverdrag is nog naarstig op zoek naar middelen om de publieksuitgave “Vrouwenrechten in Nederland– enige vooruitgang, nog veel te doen. Hoe staat het met het VN-Vrouwenverdrag anno 2010?” te realiseren.

Leontine Bijleveld

maandag 1 maart 2010

LBT cadeautje voor rapporteur Violeta Neubauer


Vanochtend stonden we ouderwets actie te voeren: het uitdelen van de krant The New Times for Women voor de officiële opening van de 54ste vergadering van de Commission on the Status of Women in het VN-gebouw in New York. Een van de eersten die ik vanochtend tegen kwam in het portaal voor de vergaderzaal was ‘onze’ CEDAW-rapporteur Violeta Neubauer. Zij vertegenwoordigt nu de Sloveense regering bij de CSW.
Het was een hartelijk weerzien. Ik had een klein cadeautje voor haar meegenomen, om de waardering uit te drukken van de internationale LBT-community voor haar inspanningen om mensenrechten van lesbische, biseksuele en transgendervrouwen in de CEDAW-Concluding Observations te krijgen. Ruth Hopkins doet in het komende nummer van Wordt Vervolgd (Amnesty International) verslag van Neubauers wederwaardigheden.

Ik begreep dat de PV in Genève, de Permanente Vertegenwoordiging van het Koninkrijk der Nederlanden bij de Verenigde Naties, nog allerlei pogingen in het werk had gesteld om de Concluding Observations qua inhoud gewijzigd te krijgen. Met weinig succes, want het kon alleen om correctie van feitelijke onjuistheden gaan. Wel is gecorrigeerd dat Deputy Minister of Education, Science and Culture aan het hoofd van het Nederlandse deel van de delegatie stond, hoewel de oorspronkelijke titel van minister ontleend was aan de delegatielijst die de PV aan CEDAW had gestuurd (en er dus vanuit CEDAW’s perspectief geen sprake was van correctie). We konden elkaar maar kort spreken nu. Hopelijk zal daar later de komende weken nog gelegenheid voor zijn – de CSW duurt tot 12 maart. Van onze wederwaardigheden in New York doen Ama van Dantzig en ik, als vertegenwoordigers van WO=MEN Dutch Gender Platform, verslag op het WO=MEN-blogspot. Dat zal ook andere leden van WO=MEN aan het woord laten.

Leontine Bijleveld

PS: transgender vrouwen = volgens Microsoft Word voor Apple trancendeervrouwen

donderdag 18 februari 2010

Concluding Observations zijn gepubliceerd

De Concluding Observations van het CEDAW Comite zijn gepubliceerd. In het persbericht hierover geeft het Netwerk een reactie. Nederland moet meer doen om de rechten van vrouwen te waarborgen. Dit staat in de conclusies van het VN-Comité dat beoordeelt of staten voldoende uitvoering geven aan het VN-Vrouwenverdrag. Het Comité is bijvoorbeeld bezorgd over de voortdurende structurele ongelijkheid tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt, blijkend uit de aanzienlijke loonkloof M/V, de grotere werkloosheid onder vrouwen, het toenemende (onvrijwillige) deeltijdwerk en het geringe aantal vrouwen in topposities. Nederland voldoet niet aan de verdragsverplichtingen door onvoldoende bescherming te bieden aan slachtoffers van vrouwenhandel. Het is niet toegestaan om hun bescherming afhankelijk te maken van meewerking aan strafrechtelijke vervolging van vrouwenhandelaars. Het Comité uit diepe bezorgdheid dat er nog steeds slachtoffers van vrouwenhandel in vreemdelingendetentie zitten. Het Comité stelde de conclusies en aanbevelingen op na op 27 januari in Genève uitvoerig met een grote regeringsdelegatie onder leiding van staatssecretaris Dijksma van gedachten te hebben gewisseld.

Het VN-comité is opvallend kritisch over Nederland, dat zich naar zijn mening te weinig gebonden acht aan het VN-Vrouwenverdrag. Het Comité noemt ook positieve punten, zoals preventie en bestrijding van eerwraak en vrouwenbesnijdenis. De belangrijkste bevindingen kort op een rij:
- Nederland moet er beter voor zorgen dat vrouwen niet gediscrimineerd worden, dit geldt voor lesbische vrouwen, maar ook voor migrantenvrouwen
- Alle slachtoffers van mensenhandel moeten opvang en bescherming krijgen, ook als zij geen aangifte willen of durven te doen,
- Nederland moet investeren in de empowerment van prostituees en eerst de risico’s onderzoeken van de invoering van een registratieplicht voor prostituees, bijv. voor de bescherming van hun privacy,
- Nederland moet zorgen dat slachtoffers van huiselijk geweld recht hebben op een gratis advocaat,
- Nederland moet transgenders niet langer verplichten zich te laten steriliseren en borstimplantaten voor transgender vrouwen vergoeden,
- Het aandeel vrouwen in de politiek, vooral op gemeentelijk en provinciaal niveau, moet omhoog,
- Nederland moet snel maatregelen nemen om de EU norm van 25 % vrouwelijke professoren te halen,
- Nederland moet ervoor zorgen dat meer vrouwen economisch onafhankelijk zijn door voltijd werk mogelijk te maken, door werkloosheid van vrouwen tegen te gaan en door de loonkloof tussen mannen en vrouwen te verkleinen,
- Vrouwen die als hulp in de huishouding en de zorg werken moeten dezelfde rechten krijgen als andere werknemers,
- Nederland moet huiselijk geweld en andere vormen van geweld tegen vrouwen erkennen als grond voor asiel,
- De inburgeringseis en de minimum inkomenseis voor gezinsvorming en gezinshereniging treffen migranten en vluchtelingenvrouwen onevenredig. Dit is in strijd met het vrouwenrechtenverdrag,
- Nederland moet onmiddellijk iets doen aan de hoge moedersterfte van asielzoeksters. Deze is vier keer hoger dan die van Nederlandse vrouwen,
- Nederland moet ongedocumenteerde vrouwen informeren over hun rechten en zorgen dat zij toegang hebben tot gezondheidszorg.

maandag 15 februari 2010

Geld voor vrouwenrechten organisaties?

Een verontwaardigd gemompel steeg op uit de banken met NGO-vertegenwoordigsters toen Ferdi Licher, Directeur Emancipatie, tegen het CEDAW-Comité zei dat meer dan de helft van de 54 organisaties, die het schaduwrapport hadden ondertekend subsidie van de regering ontvingen. Het Comité had opnieuw zijn zorg uitgesproken over de vermindering van subsidies voor vrouwenrechtenorganisaties en gender expertise centra en over de verschuiving van structurele financiering naar projectsubsidie. Het Comité onderkende, met een positieve noot, de voor de schaduwrapportage verleende project subsidie, maar wees er tevens op daaruit opgemaakt te hebben dat totstandkoming ernstig belemmerd was door de opheffing van de meeste expertise centra voor gender gelijkheid and vrouwenrechten, als gevolg van de subsidiestop.

Licher, die suggereerde dat de verleende subsidie structureel was, noemde subsidie voor Mama Cash – inderdaad een van de ondertekenaars, maar het verjaarscadeau ter gelegenheid van 25 jaar Mama Cash is uitdrukkelijk bedoeld voor de internationale activiteiten voor de verbetering van de positie van vrouwen en meisjes. Hij noemde ook de grote subsidie aan Women Inc., maar die behoorde niet tot de ondertekenaars, en aan de Nederlandse Vrouwenraad. Beide subsidies hebben overigens, voor zover bekend, niet het doel om de implementatie van het VN-Vrouwenverdrag te bevorderen.

Na afloop lieten Comité-leden zich door ons nader informeren: inderdaad zijn er onder de ondertekenaars meer organisaties die van de rijksoverheid geld ontvangen. De medefinancieringsorganisaties Cordaid, Hivos, Icco en OXFAM NOVIB bijvoorbeeld. Echter die krijgen geen geld om vrouwenrechten in Nederland te bevorderen of expertise over het VN-Vrouwenverdrag te verbreiden: het gaat om ontwikkelingsgeld. In de schaduwrapportage staat zelfs expliciet als punt van zorg benoemd dat er geen garantie voor de beoordeling van gender gelijkheid in de programma voorstellen in het nieuwe medefinancieringsstelsel is opgenomen (p. 28, voor wie het wil nalezen). Dus ander doel van de subsidie én gender expertise (of formatie t.b.v. daarvan) niet gegarandeerd. Iets soortgelijks geldt voor uiteenlopende organisaties als Vluchtelingenwerk, Art.1, Pharos en de Unie KBO.
Verder zijn er andere organisaties die subsidie voor het een of andere project hebben gekregen, waar bovendien lang niet altijd personeelskosten bij in begrepen zijn.

We hopen de Comité-leden duidelijk gemaakt te hebben dat de uitspraak van Licher met een flinke korrel zou genomen moet worden. Over de vraag naar de financiering van vrouwenorganisaties en expertise centra over provinciaal en lokaal niveau liet hij zich wijselijk niet uit. Ondergetekende had tijdens de informele NGO-sessie op eenzelfde vraag uitgelegd dat daar een vergelijkbare kaalslag had plaatsgevonden die zelfs in de hand is gewerkt door de verschuiving van de emancipatie-subsidiestroom van de rijksoverheid – in plaats van vrouwenrechten organisaties naar gemeenten en de 1001-krachtprojecten.

De tijd zal leren of het CEDAW-Comité net als de vorige keer hier kritische opmerkingen over zal maken in zijn Concluding Observations.
Voor ons lijkt er in ieder geval voldoende aanleiding om het punt te agenderen voor het overleg van NGO’s met de regeringsdelegatie dat zal gaan plaats vinden nadat de Concluding Observations openbaar gemaakt zijn. Waarom wel in het buitenlands ‘subsidiebeleid’ erkennen dat ondersteunen van vrouwenrechten organisaties noodzakelijk is om het onderwerp op de politieke agenda te houden en in eigen land niet?

Leontine Bijleveld

zaterdag 6 februari 2010

Extra aandacht voor – oudere - vrouwen op het platteland?

Omdat het CEDAW-Comité tijdens de vorige ‘constructive dialogue’ gevraagd had naar het regeringsbeleid met betrekking tot vrouwen op het platteland (Art. 14), was er in de regeringsrapportageenige informatie opgenomen (p. 91 e.v.). In de Schaduwrapportage leverden de NGO’s kritisch commentaar (p. 73 e.v.): ten onrechte was geen aandacht besteed aan de grotere verschillen tussen mannen en vrouwen op het platteland, vergeleken met stedelijke omgeving. De participatie op de arbeidsmarkt van vrouwen is lager, maar de werkloosheid is hoger. Bij mannen is het omgekeerde beeld: de verschillen tussen mannen en vrouwen zijn groter op het platteland dan in de stad. De NGO’s wezen er op dat uit recente studies in opdracht van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) wel degelijk naar voren kwam dat vrouwen meer moeilijkheden ondervinden dan mannen op het platteland. Dat heeft echter nog niet tot een intensivering van beleid van minister Verburg geleid.
Ook wees de schaduwrapportage op toenemende vervoersproblemen die oudere vrouwen op het platteland ondervinden. Ze stoppen vaak eerder met fietsen dan mannen en hebben minder vaak een rijbewijs (of een auto), terwijl het openbaar vervoer veel minder goed is dan in stedelijke gebieden.

Het CEDAW-Comité, dat altijd alert is op specifieke problemen van specifieke groepen vragen, stelde vragen aan de Nederlandse delegatie, maar daarin was LNV niet vertegenwoordigd. Staatssecretaris Dijksma maakte van de gelegenheid gebruik zich als niet-randstedeling te presenteren: het is maar twee uur rijden van de Oostgrens, waar ze woont (Enschede), naar de zee waar ze werkt (Den Haag). Dat klopt, als je met de auto rijdt, vlakbij de A1 woont en niet in files verzeild raakt. Omdat ze ook wel voelde dat dit niet helemaal het antwoord was wat het Comité wilde horen, voegde ze er aan toe dat eenzaamheid en isolement onder oudere vrouwen inderdaad een probleem was, net als armoede. Maar dat het niet zo was dat deze problemen groter waren onder vrouwen op het platteland dan in de stad.

Daarmee deed de staatssecretaris ons inziens de problematiek van – oudere – vrouwen op het platteland te kort. Het was voorts onduidelijk op welke gegevens ze zich baseerde. Wegens tijdgebrek kon het Comité geen aanvullende vragen meer stellen. Het is daarom maar de vraag of er in de Concluding Observations specifiek aandacht aan wordt besteed, althans meer dan een algemeen verzoek een volgende keer adequatere informatie te geven over specifieke groepen. Het zou echter erg onbevredigend zijn als op deze manier het onderwerp geheel en al verdwijnt.
Daarom hoop ik dat de oudere vrouwen- en de plattelandsvrouwen organisaties met een vervolg zullen komen. Het moet toch mogelijk zijn Tweede Kamerleden te informeren en na te gaan of ze minister Verburg willen vragen een regeringsstandpunt te formuleren over de recente onderzoeken waaruit de grotere moeilijkheden van vrouwen op het platteland zijn gebleken? Mochten de nieuwe netwerken, ontstaan uit het schaduwproces daarbij behulpzaam kunnen zijn, dan valt dat vast wel te organiseren.

Leontine Bijleveld

donderdag 4 februari 2010

Openingsspeech staatssecretaris Dijksma nu online

Gisteren, 3 februari 2009, ontvingen we de openingsspeech van staatssecretaris Dijksma voor de sessie van 27 januari digitaal. Het document is meteen geplaatst op vrouwenverdrag.nl. Het is gisteren ook geplaatst bij het persbericht van OC&W en op de website van de Office of the United Nations High Commissioner for Human Rights.

Leontine Bijleveld

maandag 1 februari 2010

De tevredenheid van de regeringsdelegatie nader bezien

Op de receptie die staatssecretaris Dijksma de NGO’s, de CGB en haar ambtenaren aanbood na afloop van de Constructive Dialogue op 27 januari aanbood bleek dat de regeringsdelegatie tevreden terug keek. Wie je ook sprak, de impressie dat men het er goed had afgebracht overheerste. Men voelde zich gesterkt door positieve reacties van Comité-leden. Nu we nog een aantal dagen bij andere sessies aanwezig zijn geweest en regelmatig Comite-leden tegen het lijf lopen, in de pauzes, bij side events, ook in hotel en restaurant, dringt zich een genuanceerder beeld op.

Het blijkt dat de Comité-leden het openingsstatement van de ‘Minister for Education , Culture and Science’ niet hebben ontvangen. Dat is ongebruikelijk. Toen het Nederlandse CEDAW-lid, professor Flinterman, ons dat vertelde dachten we nog dat het kwam doordat hij zich, volgens de CEDAW-spelregels, niet met de Nederlandse sessie mag bemoeien. Gaandeweg kregen we meer meldingen en zelfs met onze aanwijzingen dat het onopvallend was (grauw papier, geen logo van Koninkrijk of regering, verkeerde datum – 26-1) konden niemand het vinden.
Ook Violeta Neubauer, de rapporteur voor Nederland, niet. Ze vroeg ons om een website waar ze de speech zou kunnen vinden. We hebben tevergeefs gezocht - volgens de website van OC&W heeft Dijksma in 2010 geen toespraken gehouden. En de website van de PV (Permanente Vertegenwoordiging) van Nederland bij de VN in Genève gaf geen enkele hit bij CEDAW. We hebben mevrouw Neubauer ons eigen exemplaar gegeven (met veel moeite woensdagochtend gekregen van de Directie Emancipatie, die de toezegging om ons later meer exemplaren te verstrekken om de een of andere reden niet kon waarmaken).

Dat zowel Dijksma als de enkele ambtenaren die aan het woord kwamen in antwoord op een aantal vragen vrijwel letterlijk herhaalden wat al in de schriftelijke antwoorden op de List of Issues & Questions had gestaan viel niet goed bij een aantal Comité-leden. Die redeneerden dat het toch duidelijk genoeg was dat ze niet tevreden waren met het schriftelijk antwoord, want anders zouden ze er in de korte tijd die ze hadden toch niet op doorvragen. Ook dat andere vragen, zelfs als ze bij herhaling onder de aandacht waren gebracht, in het geheel niet beantwoord werden, stemde de betreffende Comité-leden niet tot tevredenheid. Waarom dan toch zo’n grote delegatie aan ambtenaren meegenomen? Het Comité voerde met 8 landen een constructieve dialoog en de delegatie van het Koninkrijk der Nederlanden was de allergrootste (35)!

Art. 8 gedachtig – vertegenwoordiging door vrouwen op internationaal niveau – vroeg een comité-lid naar het aantal vrouwen in de High Commissions en wat de regering deed om hun aandeel te vergroten. De staatssecretaris zei het niet te weten en ook de te hulp geroepen ambtenaar kon geen uitsluitsel geven. Bij de receptie bleek waarom: geen flauw idee wat de High Commission was. Kennelijk hoort het niet tot de essentiële wetenswaardigheden op het Ministerie dat de ambassades van Gemenebestlanden High Commission heten. Maar wellicht was er sprake van een black out.

Ook het feit dat staatssecretaris Dijksma geen slotstatement uitsprak heeft her en der tot irritatie geleid. Ook het CEDAW-Comité hecht aan bepaalde rituelen. Dat de regeringsdelegatie in plaats van een slotstatement het korte MDG3 filmpje ‘ Invest in Equality’ vertoonde werd als een affront opgevat – MDG3 staat voor Millenium Development Goal 3, het in VN-verband overeengekomen ontwikkelingdoel om de gender ongelijkheid te verkleinen. Niet alleen is het CEDAW-Comité niet de meest geschikte kijkersgroep voor een filmpje dat probeert uit te leggen waarom investeren in vrouwen belangrijk is. Het uit internationaal gerenommeerde experts bestaande comité gaat immers jaarlijks met veel landen een constructieve dialoog aan teneinde hun inspanningen voor het bereiken van ‘substantive equality’ te vergroten. Maar ook vonden de in de zaal aanwezige experts en NGO-vertegenwoordigers uit ‘the Global South’ het nogal aanmatigend zo door Nederland een inzet voorgeschreven te krijgen. De nadruk in het filmpje op de ‘gender efficiency’ argumenten viel evenmin erg goed in een gezelschap waar de mensenrechten benadering centraal staat.

Er zijn meer voorbeelden te geven, maar ik laat het hierbij. In hoeverre dit soort irritaties toon en inhoud van de Concluding Observations zal beïnvloeden weten we niet. Maar voortaan iets meer rekening houden met de gebruiken en rituelen in de CEDAW-sessies kan geen kwaad. Waarom zouden enige ambtenaren niet eens enige sessies van andere landen bijwonen? De studentes van Prof. Flinterman uit Maastricht hadden er ook een hoop van opgestoken, zeiden ze.

Leontine Bijleveld

Actie geslaagd: seksuele minderheden zichtbaar binnen CEDAW en VN

Zoals eerder gemeld, konden we niets teruglezen over de problematiek van lesbische en biseksuele vrouwen en transgenders in de (Engelstalige) persberichten van de VN. Niets over het statement van de regering, vragen vanuit het Comite kwamen niet terug, noch de antwoorden erop van de Nederlandse regeringsdelegatie.

Tijd voor actie: aankaarten bij de persredactie en het CEDAW secretariaat. Bovendien hadden we verschillende comitéleden ingeseind.

Met succes! Zie hier de herziene versie van het persbericht, inclusief verwijzing naar LBT. Nu hopen dat de verwijzingen naar LBT ook terugkomen in de 'concluding observations'.

Linda Mans

zondag 31 januari 2010

Concrete vragen – veelal globale en ontwijkende antwoorden

De Comité-leden stelden scherp geformuleerde en concrete vragen. Zoals van een geleerd gezelschap, met een behoorlijk aantal juridische professors, verwacht mag worden, waren er ook vragen met een sterk juridisch karakter. Daar leek de regeringsdelegatie niet helemaal op voorbereid. De vragen over de doorwerking van CEDAW in de Nederlandse rechtsorde ook in relatie tot het Optionele protocol werden, door staatssecretaris en ambtenaren, op vergelijkbare wijze beantwoord als al eerder in de schriftelijke ronde. Bij de vragen over de rechtszaken waarbij het Verdrag aan de orde was ontging het de delegatie dat expliciet gevraagd werd naar de inzet van de Staat bij de procedures. Het mag dan wel zo zijn dat uiteindelijk de rechter bepaalt of en in hoeverre een bepaald artikel van de Conventie direct door werkt in de Nederlandse rechtsorde. Dat neemt volgens de Comité-leden niet weg dat de Staat, als verdragspartij, de rechter moet meegeven zich gebonden te achten aan het verdrag.

Het CEDAW-Comité vroeg verder bijvoorbeeld welke concrete maatregelen de regering trof om het aantal vrouwen op hogere functies te vergroten dat te veranderen. Staatssecretaris Dijksma kwam niet veel verder dan: ‘het is inderdaad een groot probleem’,‘we moeten er hard aan werken’ en ‘ik heb alle vertrouwen in het Charter Talent naar de Top, waar al honderd bedrijven en instellingen zich bij hebben aangesloten’. De Comité-leden bleven zitten met de vraag wat de regering nu eigenlijk doet, ze hadden in hun vraag immers al geconstateerd dat door het lage aantal vrouwen op besluitvormende posities de regering te kort schiet in het bereiken van feitelijke gelijkheid, waartoe het Verdrag verplicht. Wijzen op het Charter Talent naar de Top overtuigde niet, mede omdat geen concrete resultaten genoemd werden (en waarschijnlijk ook niet genoemd konden worden).

Iets soortgelijks gebeurde met de vraag over de prevalentie van deeltijdwerk onder vrouwen. Het Comité is hier al vanaf de eerste rapportagecyclus niet gelukkig mee, om het mild uit te drukken. Dat het aandeel in deeltijd werkende vrouwen was toegenomen ten koste van de fulltimers baarde diverse comité-leden dan ook zorgen. En wat de regering daaraan deed om te zorgen dat meer vrouwen full-time zouden gaan werken.
De staatssecretaris verklaarde dat ook de Nederlandse regering zich ernstig zorgen maakt over het geringe aantal uren dat vrouwen in Nederland gemiddeld werken. Dat moet echt omhoog, zodat meer vrouwen economisch zelfstandig kunnen zijn, maar vooral om er voor te zorgen dat in de toekomst het draagvlak onder de verzorgingsstaat verstrekt wordt. Gevraagd naar concrete maatregelen kwam Dijksma niet veel verder dan te stellen dat in de Nederlandse cultuur nu eenmaal de keuzevrijheid van vrouwen een groot goed is en dat het niet gemakkelijk is cultuur te veranderen. We zagen Comité-leden wat geïrriteerd raken: niemand had voorgesteld de keuzevrijheid aan banden te leggen. Wel waren vraagtekens gesteld of vrouwen inderdaad uit vrije wil voor deeltijdwerk of non-participatie kiezen of toch ook gedwongen door de omstandigheden. Maar vooral was gevraagd naar welke maatregelen de regering trof om de keuze van vrouwen voor full-time werk (of grote deeltijdbanen) te vergemakkelijken. En of de regering had overwogen maatregelen die in ander landen tot succes hadden geleid in te voeren (bijvoorbeeld voorrang voor deeltijdwerkers bij interne, en mogelijk zelfs externe sollicitatieprocedures). Dijksma gaf geen sjoege meer. Dat is jammer, want ze had ook kunnen vragen of het Comité suggesties had hoe de noodzakelijke cultuurverandering versneld zou kunnen worden. De Ministers van de Antillen en Aruba kozen vaker voor deze strategie (to ask the guidance of the Committee).

Leontine Bijleveld

Wat voor vragen stelde het Comité aan de Nederlandse delegatie?

Over het algemeen was het niveau van de vragen die de Comité-leden stelden hoog. Ze bleken zowel de regeringsrapportage als de schaduwrapportage goed gelezen te hebben. Veel vragen vloeide direct of indirect voort uit de schaduwrapportage. Overigens bleken ook de ambtenaren uit de regeringsdelegatie de schaduwrapportage goed gelezen te hebben en er alvast antwoorden op te hebben voorbereid, maar dat ter zijde. Verschillende leden hadden ook nog pogingen in het werk gesteld om op andere wijze aanvullende informatie over Nederland te verkrijgen: ze hadden bij voorbeeld Eurostat geraadpleegd, (vergelijkende) onderzoeken van de Europese Commissie gelezen en zelfs tevergeefs geprobeerd informatie over ‘gender equality’ op de website van het ministerie van OC&W te vinden.
Soms klonk enig ongeduld door, omdat het niet de eerste keer was dat de onderwerpen werden aangesneden door het Comite (‘not convinced’, ‘disturbed’).

In vogelvlucht hier een aantal vragen en onderwerpen die Comité-leden aansneden, voor zover niet eerder in het blog genoemd:
- Hoe sterk en dwingend is de coördinatie van gender mainstreaming?
- Hoe vaak worden gender mainstreaming instrumenten zoals emancipatie-effect rapportage en gender budgetting?
- Waarom zijn de rapportages van de drie landen binnen het Koninkrijk niet gecoördineerd en op elkaar afgestemd?
- Waarom ontvangen women’s rights NGO’s geen structurele subsidie?
- De wetgeving lijkt in Nederland vooral op formele gelijke behandeling gericht, hoe wordt dan gelijkheid in de praktijk (‘substantive equality’) gerealiseerd?
- Welke tijdelijke speciale maatregelen treft de regering voor vrouwen uit etnische minderheden ‘and other disadvantaged groups’, zoals oudere vrouwen, vrouwen op het platteland en gehandicapte vrouwen?
- Stelt de regering evenveel middelen ter beschikking voor (organisaties gericht op) empowerment van prostituees als aan exit-programma’s?
- Op welke manier bestrijdt de regering gender en etnische stereotypen?
- Waarom zijn de streefcijfers voor politieke participatie verlaten?
- Waarom zijn er zo weinig vrouwelijke ambassadeurs?
- Waarom heeft de regering de Gelijk Loondag afgeblazen?
- Wat doet de regering eigenlijk wel om de loonkloof te dichten? “I do not think you can escape by reducing the pay gap by pointing at socalled explanaining factors.”
- Vrouwen zijn oververtegenwordigd onder de armen en onder de werklozen. Wat is de regering van plan daaraan te doen?
- Hoe gaat de regering de precaire positie van huishoudelijk personeel verbeteren?
- Wat zijn de effecten van de bezuinigingen op de gezondheidszorg voor vrouwen?
- Krijgen vrouwelijke slachtoffers van (huiselijk) geweld gratis rechtshulp?
Dit is nog maar een fractie van alle vragen die in blokken op de delegatie werden afgevuurd (art.1-3, 46, 7-9, 10-12, 13-14 en 15-16). Dijksma verzuchtte op een bepaald moment dat ze wel 14 vragen had geteld – of zei ze nu 40?

Niet op alle vragen kwam een antwoord – dat hield de rapporteur voor Nederland, mevrouw Neubauer goed bij. Maar ook als er wel een antwoord kwam stelde dat lang niet altijd het Comité tevreden – onderwerp voor een volgend blog.

Leontine Bijleveld

De (on)zichtbaarheid van seksuele minderheden binnen CEDAW en VN

We weten dat binnen het CEDAW-comité frictie bestaat over het wel of niet opnemen van seksuele oriëntatie en gender identiteit in de eindconclusies. Maar dat de (Engelstalige) persberichten over de CEDAW-sessies volledig zouden zwijgen over problemen van lesbische en biseksuele vrouwen en transgenders (LBT), dat hadden we niet verwacht.

In de schaduwrapportage hebben we onder verschillende artikelen van het verdrag beschreven met welke problematiek LBT worden geconfronteerd. Onze bevindingen variëren van complimenten voor de regering dat ze seksuele oriëntatie en gender identiteit als grond ziet voor het aanvragen van asiel tot kritische opmerkingen over gezondheidsproblemen van lesbische vrouwen die te maken hebben met een gebrek aan sociale acceptatie. Bovendien moeten transgenders zich verplicht laten steriliseren als ze hun geslacht in het paspoort willen laten aanpassen en wordt het plaatsen van borstimplantaten bij transgendervrouwen niet vergoed door de zorgverzekering.

Problemen die we graag besproken zagen tijdens de constructieve dialoog. Om de kans te vergroten dat comitéleden hierover vragen zouden stellen, hadden we met de regering afgesproken dat zij LBT in haar openingsstatement zou opnemen. Met enig succes, staatssecretaris Sharon Dijksma eindigde haar statement met de grotere kwetsbaarheid van lesbische vrouwen voor gezondheidsproblemen door een gebrek aan maatschappelijke zichtbaarheid. Ook stelde ze dat de Nederlandse regering zich voortdurend inzet en blijft inzetten voor de gelijke behandeling van alle vrouwen, ongeacht hun seksuele voorkeur of gender identiteit.

Wij moesten als NGO's de comitéleden zo ver krijgen dat ze over LBT vragen zouden stellen. Wie zouden er onze bondgenoten kunnen zijn? Violeta Neubauer had ons tijdens de informele sessie afgelopen maandag al vragen gesteld over LBT en kwam daar later tijdens de lunch briefing nog op terug. Mijn ontmoeting met het Braziliaanse comitélid Silvia Pimentel na afloop van de presentatie over reproductieve rechten afgelopen maandag, bleek goud waard.

De hierboven genoemde problemen vallen onder artikel 12: gelijke toegang tot gezondheidszorg. Dat kwam ’s middags aan de orde, zodat we meer tijd voor lobby hadden. Björn van Roosendaal (COC Nederland) en ik spraken Silvia Pimentel in de lunchpauze. Haar antwoord: "Zet zo kort en bondig mogelijk jullie vragen op papier en dan zal ik ze toevoegen aan de vragen die ik sowieso onder dat artikel wil stellen."

Fantastisch klonken de vragen uit haar mond: welke maatregelen neemt de regering om de gezondheid van lesbische vrouwen te verbeteren? Worden er beleidsmaatregelen getroffen om verplichte sterilisatie van transgenders te stoppen en het plaatsen van borstimplantaten te vergoeden?

De antwoorden van de staatssecretaris waren helaas minder uitgesproken dan we van minister Plasterk hadden begrepen. Namelijk dat een wetsvoorstel in voorbereiding is om de sterilisatie-eis daadwerkelijk te schrappen. Over het niet vergoeden van borstimplantaten gaf de staatssecretaris een hele verhandeling over het terugdringen van ziektekosten, dat de vergoeding niet voor niets uit het basispakket was gehaald. Plasterk had laten weten dat vergoeding van borstimplantaten heroverwogen zou worden.

Van dit alles was echter niets terug te lezen in het (Engelstalige) persbericht over de Nederlandse sessie (zie Mediacenter, news archive, 27-01-2010. Tijd voor actie. We hebben het aangekaart bij de persredactie en het CEDAW secretariaat. Verder hebben we een aantal comitéleden ingeseind. Ook de website van OC&W maakte aanvankelijk geen melding van de specifieke LBT-passage in Dijksma’s toespraak. Na een seintje van ons is dat veranderd. Of de regering ook in Genève aan de bel heeft getrokken, zoals we hadden gevraagd, is ons onbekend.

Linda Mans

vrijdag 29 januari 2010

Hoe een panel over reproductieve rechten in Nederland een mooi lobbymoment opleverde

Deelname aan zogeheten 'side events' betekent meestal vooral (informatie) geven, maar soms krijg je er ook wat voor terug.

'Women's Human Rights under siege: the state of sexual and reproductive rights in the Philippines, Egypt and the Netherlands and in the context of hiv/aids'. Dat was de titel van het 'side event' afgelopen maandag, waar ik een bijdrage heb geleverd. De organisatie was in handen van de 'International Commission of Jurists' en het 'Center for Reproductive Rights'.

Susan Timberlake, werkzaam bij UNAIDS, deed de aftrap met een korte introductie over de vaak penibele omstandigheden van vrouwen met hiv/aids. Een gedeelte uit een BBC documentaire over het verbod op voorbehoedsmiddelen op de Filippijnen schokte me door de desastreuze gevolgen ervan voor vrouwen en kinderen (documentaire in 3 delen, zie foto boven en links onderaan). De documentaire diende als illustratie bij de presentatie van Ximena Andión Ibañez (Center for Reproductive Rights). Soha Abdelaty uit Egypte besprak de verschillende mogelijkheden voor 'family planning' (‘geboortebeperking’ klinkt toch anders) in haar land en wat er wordt gedaan om seksueel geweld aan te pakken.

Uit de reactie van het publiek bleek, dat mijn presentatie hun droombeeld over Nederland als het walhalla van seksuele en reproductieve rechten aan diggelen had geslagen. Natuurlijk, Nederland is geen Filippijnen of Egypte en in theorie heeft iedereen, gedocumenteerd of niet, toegang tot gezondheidszorg. Maar de praktijk wijst anders uit:
- een vier keer hogere moedersterfte onder asielzoeksters dan onder witte vrouwen als gevolg van overheidsbeleid
- een veel hogere baby- en kindersterfte onder etnische minderheden in Nederland in vergelijking met de witte bevolking
- de angst van ongedocumenteerde vrouwen met hiv/aids om uitgezet te worden
- een beperkte keuzevrijheid van vrouwen wat betreft 'over tijd' behandeling (abortuspil alleen verkrijgbaar via abortusklinieken en ziekenhuizen en niet bij de huisarts) en het verplaatsen ervan onder abortuswetgeving.

En toen wisten we nog niet dat de pil mogelijk weer uit het basispakket van de zorgverzekering wordt gegooid.

Tijdens het vragenrondje heb ik nog een andere tekortkoming gemeld, namelijk het gebrek aan overheidsoptreden tegen huiselijk geweld, seksueel geweld en seksuele intimidatie. Een derde van alle vrouwen is ooit slachtoffer geweest van seksueel geweld, twaalf procent van alle vrouwen is ooit in haar leven verkracht, maar een nationaal actieplan om seksueel geweld tegen te gaan ontbreekt.

Als enige aanwezige lid van het CEDAW Comité had de Braziliaanse Silvia Pimentel (op foto) zich al verontschuldigd voor haar collega's, die naar de lunch briefing van de NGO's van de Verenigde Emiraten waren. Dat konden we ze niet kwalijk nemen, want deze onderonsjes met het Comité zijn erg belangrijk. Na afloop sprak ik met haar en ze drukte me op het hart mijn presentatie nog zo snel mogelijk aan de comitéleden te geven. Voor haar bleek het tijdens de constructieve dialoog voeding geweest te zijn voor kritische vragen. En ons contact bleek later nog goed van pas te komen.

Linda Mans

Explore: sex and religion in Manila (deel 1)
Explore: sex and religion in Manila (deel 2)
Explore: sex and religion in Manila (deel 3)

donderdag 28 januari 2010

Staatssecretaris Dijksma in gesprek met het Cedaw-Comité

Vol enthousiasme kweet staatssecretaris Dijksma zich van haar taak tijdens de Constructive Dialogue met het Cedaw-Comité op woensdag 27 januari. Het ministerie van OC&W had het tevoren al aangekondigd in een nieuwsbericht. Dijksma nam dit letterlijk. De meeste vragen die de leden van het CEDAW-Comité aan de regeringsdelegatie stelde beantwoordde ze zelf, al dan niet gebruik makend van de antwoorden die de ambtenaren uit de delegatie voor haar opschreven – wat dat betreft leek het wel op een overleg met de Tweede Kamer. Slechts een enkele keer gaf ze het woord aan Ferdi Licher (Directeur Emancipatie), die naast haar zat, of aan ambtenaren van andere departementen in de delegatiebanken. Deze taakverdeling had bijna onvermijdelijk tot gevolg dat de op de specifieke en concrete vragen van de Comitéleden vrij globale antwoorden vanuit de Nederlandse regering kwamen, vooral in de ochtendsessie. Dat ging in de middag sessie wat beter, het leek wel alsof de staatssecretaris en de ondersteunende ambtenaren wat beter op elkaar ingespeeld raakten. Bewonderenswaardig snel omdat ze van verschillende departementen kwamen. De antwoorden waren in de middagsessie wel concreter, maar niet altijd antwoord op de vraag. In sommige gevallen werd letterlijk herhaald wat al eerder in het schriftelijk antwoord op de schriftelijke vragen van het Cedaw-Comité was gemeld.

Hoe anders ging het bij de sessie van bijvoorbeeld de Verenigde Arabische Emiraten. Hoofd van de delegatie was een in het zwart geklede gesluierde vrouwelijke minister, die met haar optreden verschillende stereotypen ontkrachtte: consequent in (uitstekend) Engels pratend – en niet deels Arabisch zoals de Egyptische delegatie-leidster – stuurde ze als een generaal haar manschappen V/M aan. Bij elke vragenronde begon ze zelf en kondigde daarna aan welke geleerde dames en heren de andere vragen zouden beantwoorden. In de delegatie waren ook vertegenwoordigers van zogenaamde NGOs opgenomen, om kritische vragen van het Comité op voorhand te ontkrachten. Er is namelijk geen vrijheid van vereniging in de Verenigde Arabische Emiraten – dus geen vakbonden en de migrant domestic workers uit de verschillende Aziatische landen mogen niet eens een zeg Sri Lankese gezelligheidsvereniging oprichten. De betogen van de geleerde dames en heren gingen overigens, ondanks een indrukwekkend aantal verwijzingen naar wetsartikelen en andere referenties, meestal niet echt op de vragen in.

Hoewel op onderwerpen de antwoorden van de Nederlandse regering bekritiseerd kunnen worden – en dat zullen we in volgende blogs zeker doen – is de nadruk die Dijksma op het belang van het VN-Vrouwenverdrag legde bemoedigend.
Dat was in vorige rapportagecycli wel eens anders. Het biedt aanknopingspunten voor vrouwenrechtenorganisaties om de Nederlandse regering kritisch te blijven bevragen om de implementatie van het VN-vrouwenverdrag.

Leontine Bijleveld

woensdag 27 januari 2010

Impressie van de middagsessie


Ik zit te luisteren met het bekende Verenigde Naties oorschelpje op, waarin de vertalers nu een Spaanstalig Cedaw-lid vertalen. Na een paar uur doet dat schelpje pijn. Ik krijg geweldig respect voor de Cedaw-leden. Drie weken lang, elke dag een nieuw land, waarvan je het beleid en de situatie zo moet begrijpen, dat je er zinnige vragen over kunt stellen. Ik ben na drie dagen al behoorlijk moe. Bovendien moet men de vragen ook nog binnen een zeer beperkte tijd stellen. Houd men zich niet aan de tijd dan verschijnt er in grote rode letter op een TV scherm de woorden: Time’s up!

Om een impressie te geven hoe het hier verloopt beschrijf ik hierbij een paar vragen en opmerkingen op die ik voorbij hoor komen. Een meer bezonken reactie volgt.

Het Cedaw-lid uit Finland krijgt uit de Nederlandse rapportage toch sterk de indruk dat “the employment of women is not taken serious enough”. Vooral het zeer grote percentage parttime werkende vrouwen en de hardnekkigheid van het inkomen- en pensioen gat, baart het Cedaw-lid zorgen.

De lage deelname van vrouwen in top posities in vele beroepsgroepen in Nederland, b.v. universiteiten en bedrijfsleven, roept bij een aantal comitéleden de vraag op wat de overheid hieraan doet. Waarom zijn er zulke lage streefcijfers. Bv 15% vrouwelijke hoogleraren terwijl de Europese Unie een streefcijfer van 25% aanhoudt. Dit probleem is al minstens 20 jaar bekend, maar er wordt nog steeds geen steviger beleid op ingezet.

Zwangere vrouwen die worden verdacht van drugssmokkel kunnen soms wel meerder dagen worden vastgehouden, omdat ze vanwege hun zwangerschap niet door de bodyscanner willen. De Nederlandse overheid zou toch kunnen overwegen echo’s mogelijk te maken, stelt een ander comité lid, in navolging van het schaduwrapport.

Staatssecretaris Dijksma gaat weer het woord voeren. Het valt op dat een aantal voorbeelden nu al voor de tweede keer voorbijkomen. Het antwoord op de vraag wat de overheid doet aan het feit dat er in het Nederlandse onderwijs steeds meer segregatie in de schoolkeuze is, wordt er weer gewezen op een aantal projecten, bv het Beta techniek project. Dit is een voortdurend verschil van inzicht op een groot aantal thema’s tussen de overheid en de NGO’s. Wij zijn er van overtuigd dat structurele problemen zoals de schoolkeuze, die grote impact hebben op de carrière van een mens, niet met een paar projecten op te lossen zijn.

Wat wel interessant is dat de Nederlandse overheid, ook op ons verzoek, specifiek ingaat op de situatie van lesbische vrouwen. Omdat het onderwerp van mensenrechten van homo’s en transseksuelen wereldwijd nog gevoelig ligt is het goed als er binnen een belangrijk VN comité over de rechten van deze groepen wordt gesproken.

De staatssecretaris legt nu uit aan het comité-lid uit China dat er niet echt een probleem is met oudere vrouwen in Nederland. Misschien weet mevrouw dit niet, maar Nederland kun je in twee uur van grens tot grens bereizen en we hebben goed openbaar vervoer. En ja er is wel een armoede probleem met oudere vrouwen en oudere vrouwen leven vaak in een isolement.

Het is bijna 5 uur. De Cedaw-leden hebben nu veel meer informatie en gaan in de komende dagen werken aan de concluding observations. Daarin zullen ze aan de Nederlandse overheid complimenteren over wat in hun ogen goed gaat en voor het overige aanbevelingen doen ter verbetering van de naleving van het VN-vrouwenverdrag.

Loeky Droesen, aim for human rights

bespreking Nederlandse overheidsrapportage begonnen


Het is nu half 3 in Geneve en het ochtenddeel van de dialoog tussen CEDAW-Comite en de Nederlandse regeringsdelegatie is voorbij. Hoe gaat zo'n de bespreking. Op een podium zitten de voorzitter van het CEDAW comite, de Egyptische Naela Gabr en drie (junior) ministers van het Koninkrijk der Nederlanden, geflankeerd door de Directeur Emancipatie van OC&W. Voor het Nederlandse deel van het koninkrijk, is staatssecretaris Sharon Dijksma aanwezig. Aruba en de Antillen zijn beide met een eigen minister vertegenwoordigd.
Als NGO vertegenwoordiging zitten we aan de zijkant van de zaal. Daar tussen zitten de CEDAW comiteleden en aan de overkant zit het ambtelijk deel van de delegatie van de Nederlandse overheid. Het is een zeer grote delegatie deze keer. Men is met zo'n 20 man en vrouw naar Geneve afgereisd. Voor ons als NGO vertegenwoordiging is het een spannende en lastige dag. We kunnen vandaag alleen maar luisteren.
De ochtend begint met de openingsspeech van de bewindspersonen. Het valt ons op dat, wat betreft Nederland, de nadruk daarin ligt op de deelname aan het arbeidsproces van moeders en de in Nederland gebruikelijke ander half verdieners model. Er wordt gewezen op het feit dat Nederlandse vrouwen nu niet meer, zoals in 1964, 60 uur per week aan huishoudwerk besteden.
Over het algemeen draagt het statement in onze oren een grote tevredenheid uit met wat er sinds 1964 is veranderd. De huidige stand van zaken in Nederland is zo slecht nog niet, al wordt onderkend dat er nog een lange weg te gaan is. Onduidelijk is hoe groot de ambitie is echt stappen vooruit te zetten. De ministers van Aruba en de Antillen geven in hun speeches wel aan dat er ruimte is voor verbetering.

Daarna is er ruimte voor vragen van CEDAW comite-leden. Het valt op dat er veel vragen zijn over de doorweking van het verdrag in de Nederlandse rechtsorde en de stellingname van de Nederlandse overheid in de SGP zaak.
Er zijn ook vragen over de emancipatie-ondersteuningsstructuur in Nederland, over hoe de Nederlandse overheid zichzelf monitort om gender impact in kaart brengt. De vraag van comitelid Neubauer was erg helder. De doelstellingen van het vorige emanicipatiebeleidsplan zijn lang niet allemaal gehaald. Zijn er onderzoeken gedaan naar de redenen daarvan en lessen getrokken voor het huidige plan?

In de beantwoording van een paar vragen benadrukte de Nederlandse overheid dat men de rol van civil society belangrijk vind en dat er ook altijd consultatie is. Van onze kant van de zaal wekte dat wel verbazing. We verschillen echt van mening over wat een inhoudelijke deugdelijke consultatie in zou moeten houden. In ieder geval meer dan een oploop waarin NGO's ultra korte statements kunnen uitbrengen (zie ook Schaduwrapportage p. 12), waarna over wordt gegaan tot de orde van de dag.

Ook het antwoord over het voorliggende wetsvoorstel prostitutie waarin o.a de verplichte registratie van prostitutees sloot aan op onze beleving. Er is vanuit de NGO's gedegen kritiek op het wetsvoorstel, juist vanuit de groep die het betreft. Maar de staatssecretaris sprak uit dat men het niet eens is met de NGO's zonder inhoudelijke onderbouwing, helaas.

We gaan nu weer verder met de bespreking. later meer.

Loeky Droesen, aim for human rights

dinsdag 26 januari 2010

Succesvolle lunch briefing

Vandaag (dinsdag) stond in het in het teken van de 'lunch briefing' met CEDAW comité leden. Maandagavond hebben we de onderwerpen verdeeld, met elkaar besproken welke nieuwe ontwikkelingen sinds het indienen van de schaduwrapportage we voor het voetlicht wilden brengen en wie (Hellen Felter, Maria Lourijsen, Leontine Bijleveld en ondergetekende) wat zou vertellen.

Tijdens zo'n 'lunch briefing' heb je weinig tijd, die je zo efficiënt mogelijk wilt inzetten. Leontine is een geweldige moderator, die ervoor zorgde dat we de verschillende onderwerpen binnen afzienbare tijd konden afhandelen zonder af te dwalen - zie het andere stukje over de inhoud daarvan. En waarbij voldoende gelegenheid was via vragen van comitéleden dieper op het onderwerp in te gaan. Een knap stukje samenwerking.

Na wat strubbelingen aan het begin (waar zijn de sandwiches? - met dank aan Loeky Droesen en Bjorn van Roosendaal voor het rennen naar het cafetaria), bleken de mandarijnen die Leontine had meegenomen een pracht van een ijsbreker te zijn.

Verder had het comité ons gisteren zoveel vragen gesteld, dat we wisten waar hun interesse zou liggen en nu ook gelegenheid hadden daar uitgebreider op te antwoorden. En vragen konden beantwoorden waar we nog helemaal niet aan waren toegekomen. Zoals hoe het zit met discriminatie van lesbische en biseksuele vrouwen en transgenders (LBT) en in hoeverre er een duidelijke kloof zit tussen LBT en homoseksuele mannen (gay = G) op het niveau van besluitvormingsprocessen. Met andere woorden, zitten LBT net zoveel als G op de juiste plekken om beslissingen te nemen?

Comitéleden houden van korte beschrijvingen op papier. Na afloop van de 'lunch briefing' hebben we tijd besteed aan het maken van een ‘fact sheet’. Heet van de pers kwam het bericht nog binnen, dat voor de zoveelste keer een aanbeveling is gedaan (deze keer door het CVZ) de anticonceptie pil uit het basispakket van de zorgverzekering te halen. Wat ons betreft voer voor de comitéleden tijdens de constructieve dialoog met de regering morgen.

Het Zwitserlevengevoel kwam even opzetten toen we vanavond van de kaasfondue genoten.

Linda Mans

Waar wilde het CEDAW-Comité meer over weten?

Over tal van onderwerpen vroeg het CEDAW-Comité nadere informatie van de NGO’s tijdens de informele sessie op maandag.
Zo wilde Soledad Murillo de la Vega (Spanje) weten of er ook buiten de publieke sector betaald zwangerschapsverlof bestond of dat sommige groepen werkende vrouwen uitgesloten er van waren, ze dacht aan deeltijders. We konden haar snel uitleggen dat de enige groep werkende vrouwen die geen betaald zwangerschapsverlof hebben gehad de zelfstandig werkende vrouwen zijn die zwanger waren tussen 2004 en 2008 (en dat de NGOs dat niet in overeenstemming met het Verdrag vinden).

Pramila Patten uit Mauritius vroeg informatie over het resultaat dat de Arbeidsinspectie boekt, nu ze moeten handhaven of werkgevers wel effectief discriminatie bestrijden (mandaat, aantallen klachten, publieke en private sector e.d.).
Omdat deze taak pas per juli 2009 aan het takenpakket van de Arbeidsinspectie is toegevoegd kan daar nog niets over gemeld worden, maar gezien de eerdere ervaringen (seksuele intimidatie) hebben de NGO’s geen hoge verwachtingen.

Violeta Neubauer (Slovenië) bleek zich erg goed in Nederland, de regeringsrapportage en de schaduwrapportage verdiept te hebben – op zich niet verwonderlijk, want ze is rapporteur van het Comité voor Nederland. Maar bij een van onze wandelgangengesprekken bleek dat er ook nog een persoonlijke kant aan zit: haar zus woont al vele jaren in Dordrecht. Ze stelde vragen over de gender equality infrastructuur, ook op provinciaal en gemeentelijk niveau. Ook wilde ze graag weten waarom de laatste jaren de samenwerking tussen de regering en NGO’s zoveel moeizamer gaat. Waarom waardeert de overheid de kritische rol van de NGO’s niet langer?
We konden uitleggen dat er met het huidige kabinet op sommige onderwerpen en bij sommige gelegenheden gelukkig beter samengewerkt wordt, maar dat we nog ver afstaan van het niveau van samenwerking ten tijde van Beijing. Neubauer werkte in 1995 nauw samen met de Nederlandse delegaties (regering en NGO’s) om de rechten van lesbische vrouwen opgenomen te krijgen in het Beijing Platform for Action. Dat is op het laatste moment toen niet gelukt – min of meer geruild tegen de erkenning van reproductieve rechten van vrouwen.

Neubauer wist dan ook nog wel dat minister Melkert destijds in Beijing de lesbische tent op het NGO Forum in Huairou bezocht als een politiek statement. Iets wat uit het institutioneel geheugen van de Directie Emancipatie is verdwenen, zoals onlangs bleek tijdens een overleg over een LBT-side event tijdens de CSW Beijng+15 in maart 2010.
Ons stelde ze de vraag of er opmerkelijke verschillen en ongelijkheden zijn tussen LBT vrouwen en GBT mannen, bijvoorbeeld op besluitvormende posities.
We hebben haar uitgelegd dat ook hier sprake is van gender ongelijkheid.

Andere onderwerpen die werden aangesneden waren: segregatie op de arbeidsmarkt en de NGO visie op de resultaten van het ESF-project Glazen Muur. Er werden vragen gesteld over de positie van specifieke groepen vrouwen: oudere vrouwen, gehandicapte vrouwen, zwarte vrouwen, vrouwen op het platteland zowel arbeidsmarkt, onderwijs en gezondheid.
Ook vroegen Comitéleden zich af of de Antidiscriminatiebureaus gender discriminatie wel voldoende serieus namen.
In de drie minuten die er voor stonden kon dit niet allemaal beantwoord worden en zelfs niet in de extra tijd die we per ongeluk namen – de stopwatch was onzichtbaar van onze NGO-bankjes. Maar in de informele lunch-briefing op dinsdag konden we de beantwoording afmaken en nieuwe vragen beantwoorden.

Leontine Bijleveld

De kop is er af

Linda en ik meldden ons maandag al voor half 9 bij de Pregny-gate van het Palais des Nations om ons te accrediteren. Geen rijen nog, alleen maar VN-medewerkers die zonder koffie moeilijk op gang kwamen en hun traag opstartende computers. Redelijk snel kregen we uiteindelijk onze pasjes, onze namen waren gemakkelijk in de computers te vinden.
Laurien Koster, voorzitter van de Commissie Gelijke Behandeling, en Marije Graven, juridisch medewerker van de CGB hadden minder geluk later in de middag. Hun namen waren niet te vinden in de computer en dus konden ze niet naar binnen. Althans uiteindelijk wel, maar met zoveel vertraging dat ze uiteindelijk zaal XVI pas konden betreden toen Linda al met de korte bijdrage namens de Nederlandse NGO’s
was begonnen. Dat Oral Statement is via een link in het vorige bericht te lezen.
Wederom lukte het ons het uit te spreken binnen de 10 minuten die we net als de NGO’s uit andere landen kregen, met passie zoals de ‘resourcepersons’ van IWRAW AP ons op het hart hadden gedrukt.

Ferdi Licher en Anita de Groot van de Directie Emancipatie (Ministerie OC&W) waren al iets eerder dan de CGB gearriveerd. Te laat om hen te kunnen begroeten, we hadden onze plaatsen in de NGO-banken achter in de zaal al ingenomen. Ze waren speciaal de rest van de regeringsdelegatie vooruit gereisd om te kunnen luisteren naar de NGO verklaring en de vragen vanuit het Comité aan de NGO’s (en onze antwoorden) – hierover meer in een blogspot morgen. Wat ze er van vonden hebben we niet kunnen vragen, want ze waren voor het einde van de sessie vertrokken, zelfs voor de CGB het woord kreeg. Ze hebben een uitstekend verhaald gemist, al kunnen ze dat binnenkort nalezen op de website van de CGB. De lezers van dit blogspot kunnen al terecht in de nieuwsrubriek van de Vereniging voor Vrouw en Recht.

Aan het eind van een lange dag toch nog even een kort blogspot (bokspoot volgens de tekstcorrectie van Office for Apple) schrijven vanuit het streven tenminste dagelijks verslag te doen. En dan er achter komen dat de internetverbinding in het appartementen-hotel duidelijk hapert. Leuk is anders, maar morgen is er weer een dag. Aangezien de draadloze toegang tot internet in het Palais des Nations wel overal werkt (wat niet van de kopieerapparaten gezegd kan worden) plakken we de tekst maar op dinsdagochtend in het blogspot, voorafgaande aan de informele lunch-briefing die we voor de leden van het CEDAW-Comité organiseren.


Leontine Bijleveld

zondag 24 januari 2010

Klaar voor de vuurdoop

Zaterdag en zondag (23 en 24 januari) hebben co-rapporteur Linda Mans, Hellen Felter (Tiye International) en ik voorbereidende training van IWRAW-Asia Pacific gevolgd. Zo'n training biedt deze NGO al sinds 1997 aan afgevaardigden van NGO's die hun CEDAW Schaduwrapportage willen toelichten aan het CEDAW-Comite. We bevonden ons in het gezelschap van drie vrouwen uit Botswana, twee uit Panama en een (oorspronkelijk Ierse) man die mee had gewerkt aan het schaduwrapport over de eerste rapportage van de Verenigde Arabische Emiraten. Daarnaast waren er maar liefst 12 deelneemsters (een man) uit Egypte.
We kregen alle ins en outs over de procedures te horen. De interesses van de verschillende leden van het CEDAW-Comite werden ons geduid. En we hebben geoefend. We slaagden er gedrieelijk in het te voren voorbereide statement binnen de 10 minuten tot een goed einde te brengen.
Toch kon hier en daar de tekst nog verhelderd, zodat de punten die door de deelnemers aan de publieksbijeenkomst op 24 november als prioriteit waren bijbehorende aanbevelingen uit de Schaduwrapportage tussen gevoegd, al gaan we die niet oplezen. De Comite-leden die de tekst ook op papier krijgen hebben dan snel scherp wat ze de regeringsdelegatie zouden moeten vragen als het aan ons ligt. Wie ons Oral Statement wil lezen kan dat via de website van de Vereniging voor Vrouw en Recht.
Wie wil oefenen met speeches binnen de tijd houden, hier is een link.

Leontine Bijleveld
co-rapporteur

vrijdag 22 januari 2010

Bespreking in Geneve gaat beginnen

Linda Mans en Leontine Bijleveld, de rapporteurs van de schaduwrapportage 2009 ‘Women’s rights- Some progress, many gaps’, staan op het punt om af te reizen naar Genève. Daar worden de schaduwrapportage en de vijfde Nederlandse overheidsrapportage besproken door het CEDAW-comité. Ook reizen een aantal vertegenwoordigers van de ondertekende organisaties mee ter ondersteuning van de rapporteurs en ter versterking van de informele lobby.

De belangrijkste dagen in Genève zijn:
Maandag 25 januari 2010: Linda Mans en Leontine Bijleveld hebben op maandagmiddag 10 minuten de tijd om de belangrijkste punten uit de schaduwrapportage voor het voetlicht te brengen.
Dinsdag 26 januari 2010: Linda Mans en Leontine Bijleveld hebben een informele lunch met CEDAW leden waarbij ook de andere Nederlandse NGO’s zullen aansluiten.
Woensdag 27 januari 2010: Bespreking van de nationale overheidsrapportage tussen het CEDAW-comité en de Nederlandse overheidsdelegatie geleid door staatssecretaris van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Sharon Dijksma. De dag zal worden afgesloten met een borrel op uitnodiging van de staatssecretaris voor de regeringsdelegatieleden en de NGO vertegenwoordigers.

Loeky Droesen, aim for human rights.