zondag 13 november 2016

Veel aandacht voor buitenlands beleid bij CEDAW


Anders dan voorgaande jaren heeft het CEDAW-Comité tijdens de sessie verschillende vragen gesteld over het  buitenlandse beleid. Daarbij baseerden ze zich ten dele op de informatie uit de schaduwrapportages. Zo vroeg CEDAW-lid Oby Nwankwo (Nigeria) om in te gaan op de effecten van de maatregelen tegen het terrorisme (eerste schaduwrapportage en Annex para 7) onder verwijzing naar de relevante studie over de implementatie van UNSC Resolutie 1235 van UN Women van vorig jaar. Ook vroeg ze naar de stand van zaken betreffende gender mainstreaming in het internationale beleid en de internationale programma’s - meer specifiek naar die terreinen die volgens de IOB-evaluatie van najaar 2015 als zwak waren gekwalificeerd: private sector development, social corporate responsibility, conflict and CTM. De teleurstellende verschuiving van middelen voor vrouwenrechtenorganisaties naar de noordelijke intermediairen kwam ook aan bod (FLOW II – zie schaduwrapport women's major group). Net als de activiteiten ter uitvoering van UN-resolutie 1325 over vrouwen en conflict.

Gender mainstreaming bij BuZa goed op koers (?)
Volgens minister Bussemaker lag het allemaal goed op koers. Na de evaluatie waren specifieke werkplannen gemaakt op het ministerie van buitenlandse zaken, handel en ontwikkelingssamenwerking. Gender mainstreaming was goed geborgd en er was op 8 maart 2016, samen met veel NGO’s een 3de Nationaal Actieplan 1325 gepresenteerd. Gender is goed geïntegreerd in de vredesmissies waar Nederland aan deelneemt.
De minister lepelde in hoog tempo op hoeveel vrouwenrechtenorganisaties in het Zuiden profiteerden van FLOW II en dat waren er nog meer dan onder FLOW I en het MDG 3 fonds. Ondergetekende kon het allemaal niet zo snel bijhouden en vroeg zich af waarom er dan zoveel organisaties te hoop gelopen waren tegen de uitkomsten van FLOW II (als het helemaal niet slecht uitpakt). Wat dat betreft was het jammer dat er geen ondertekenaar van het schaduwrapport die zich op het internationale beleid richt, aanwezig was tijdens de sessie (of via de moderne media op de achtergrond beschikbaar).
Het zou een geweldige prestatie zijn als BuZa nu inderdaad binnen zo korte tijd de verbeterslag wat betreft gender mainstreaming gemaakt heeft. Dan moet dat bij andere ministeries ook lukken.

Vrouwenrechten geborgd bij wapenexport naar Egypte?
In tweede termijn kwam er een onverwachte wending: CEDAW-lid Pramila Pratten uit Mauritius vroeg hoe het zat met de waarborgen voor vrouwenrechten en mensenrechten in het algemeen bij de wapenexport vanuit Nederland als grote wapenexporteur. Ze had vernomen dat NGO’s, die vanuit mensenrechten-perspectief via de rechter bezwaar wilden maken tegen wapenexport naar Egypte/Jemen bot hadden gevangen.
Begrijpelijkerwijs kon de minister daarop niet zomaar antwoord geven. Dat kwam later tijdens de sessie: een mensenrechtentoets is (volgens de regering) integraal, zij het niet openbaar, onderdeel van het proces van verlenen van vergunning tot wapenexport.
Het Netwerk VN-Vrouwenverdrag hoorde later dat NGO PAX  zowel door de bestuursrechter als door de civiele rechter niet-ontvankelijk was verklaard in hun zaken tegen Nederlandse wapenexport. De potentiële buitenlandse slachtoffers moeten zelf in Nederland een procedure aanspannen. Bestuursrechtelijk hoger beroep in de zaak van PAX c.s. tegen wapenexport naar Egypte/Jemen loopt nog.


Betere waarborg voor groepsacties noodzakelijk
Werk aan de winkel dus: mensenrechtenorganisaties moeten ijveren voor wetswijziging om de oorspronkelijke bedoeling van de groepsactie weer in de Nederlandse wet geborgd te krijgen. Die was dat NGO’s en vakbonden konden procederen namens (potentiële) slachtoffers.
Misschien dat CEDAW en andere op VN-mensenrechtenverdragen toezichthoudende comitée's nog een duit in het zakje doen.
Het zou de regering echter sieren als ze zelf voor reparatie zou zorgen.
 
Leontine Bijleveld
Voorzitter Netwerk VN-Vrouwenverdrag

Geen opmerkingen:

Een reactie posten