vrijdag 11 november 2016

Beperking toegang tot het recht voor gemarginaliseerde groepen

-->
Een van de issues uit de schaduwrapportage (para 4) is dat het sinds 2015 voor belangenorganisaties moeilijker is geworden om namens een groep burgers naar de rechter te stappen bij schending van hun rechten door de overheid. De Hoge Raad besliste toen namelijk dat wanneer burgers ook een individuele klacht kunnen indienen bij de (bestuurs)rechter, NGO’s niet over diezelfde zaak een procedure kunnen aanspannen bij de burgerlijke rechter. De Hoge Raad volgde de argumenten van het ministerie van binnenlandse zaken. Eerder had de Hoge Raad hetzelfde al bepaald in een civielrechtelijke zaak.  Dat lijkt misschien juridische haarkloverij, maar dat is het niet. Vooral voor gemarginaliseerde en gestigmatiseerde groepen is het nu veel moeilijker om op te komen voor hun rechten. Zij durven vaak niet zelf naar de rechter te gaan vanwege het stigma, uit angst voor negatieve sociale of andere gevolgen of omdat ze de kennis en de middelen niet hebben. Dan is het belangrijk dat NGO’s en bijvoorbeeld vakbonden, namens hen kunnen opkomen voor hun rechten.  
 
Illegale registratie van sekswerkers
Een actueel voorbeeld is de illegale registratie van sekswerkers door bijvoorbeeld Groningen. De Eerste Kamer heeft verplichte registratie van sekswerkers afgewezen vanwege privacybescherming. Maar Groningen stelt het toch verplicht. PROUD, de vakbond van sekswerkers, wil hiertegen namens de Groningse sekswerkers een proces aanspannen. De kans is echter groot dat de (civiele) rechter PROUD niet ontvankelijk verklaart met het argument dat de betrokken sekswerkers zelf maar een klacht moeten indienen. Maar dat betekent dat zij zich met naam en toenaam bekend moeten maken, iets wat de meeste sekswerkers nu juist niet willen vanwege het stigma. Je krijgt dan dus de rare situatie dat om hun privacy te beschermen ze eerst hun privacy moeten opgeven.
 
Vragen van het CEDAW-Comité
Alle reden dus om je druk te maken. Dat vond het CEDAW-Comité gelukkig ook. Bij monde van CEDAW-lid Niklas Bruun kreeg de minister hierover een kritische vraag. Het antwoord was dat dit nu eenmaal deel uitmaakte van ons institutionele stelsel (‘our institutional organisation’). Maar dat klopt dus niet. Dat zijn de momenten waarop je je realiseert hoe goed het is dat we daar met ons allen zitten – met bovendien een goede internet verbinding. Daardoor konden we snel even kortsluiten met Privacy First, onze Nederlandse privacy-waakhond NGO, en ter plekke een factsheet (met geluidsfragment van minister Bussemaker) voor het Comité maken over hoe het wel zat. Het is namelijk helemaal geen deel van ons institutioneel stelsel. Het is de Hoge Raad die dit heeft bepaald, daartoe aangezet door de minister van binnenlandse zaken. Bij de invoering van het artikel over ‘ groepsactie’ in ons Burgerlijke Wetboek was het juist de bedoeling van de wetgever om civielrechtelijke mogelijkheden voor NGO’s te creëren om in het algemeen belang te kunnen procederen, ook wanneer individueel belanghebbenden bij de bestuursrechter terecht konden. De uitspraak van de Hoge Raad gaat juist in tegen de oorspronkelijke bedoeling van de wet!
Het factsheet ligt inmiddels bij het Comité. Nu hopen dat het Comité erop terug komt in haar Concluding Observations!
Marjan Wijers, lid van het schrijfteam van de schaduwrapportage

Geen opmerkingen:

Een reactie posten