Minister Bussemaker doorstond het spervuur van
vragen van de CEDAW-leden op het eerste gezicht bewonderenswaardig accuraat. Al
kreeg de minister (uiteraard) allerlei papieren met antwoorden aangereikt van
haar ambtelijke ondersteuners, ze maakte toch beslist de indruk de materie
behoorlijk te beheersen. Bovendien straalde ze gedrevenheid en betrokkenheid
uit. ‘Passie voor vrouwenrechten’
is wellicht wat overdreven, maar toch ook niet ver bezijden de waarheid.
Verschillende NGO/CSO vertegenwoordigers kennen haar nog uit de vrouwenbeweging
of vrouwenstudies, jaren geleden. Wat dat betreft is Bussemaker een van de
beste emancipatieministers van de afgelopen tien, vijftien jaar. Mijn
rapportcijfer zou dan ook beslist hoger zijn dan de NRC haar eerder deze maand
toebedeelde.
Op het
tweede gezicht
Op die accuratesse valt op het tweede gezicht wel
wat af te dingen. Zoals uit verschillende eerdere blogs blijkt, verzuimde de
minister op cruciale vragen of onderdelen daarvan antwoord te geven, waardoor
het antwoord net niet to the point was of juist in een ander daglicht kwam te
staan. Of ze herhaalde simpelweg was al in de regeringsrapportage of in de
antwoorden op de List of Issues had gestaan. Dat valt vooral specialisten op de
verschillende issues op. Leden van het CEDAW-Comité zijn beslist als specialist
te kwalificeren - 23 deskundigen van hoog zedelijk aanzien
en uitzonderlijke bekwaamheid op het terrein dat door dit Verdrag wordt
bestreken (uit
art. 17 VN-Vrouwenverdrag). Bovendien bereiden ze zich goed voor met de
schriftelijke inbreng van de regering en laten ze zich graag door andere
bronnen informeren – schaduwrapportages, informatie van andere
verdragscomité’s, rapporten van regionale kennisinstellingen, zoals EIGE
(European Institute for Gender Equality).
Verschil met Tweede Kamer debatten
Daarin
zal het verschil liggen met de AO’s (Algemeen Overleg) Emancipatie in de Tweede
Kamer, waar de minister zo goed als nooit in de problemen komt als ze op
dezelfde wijze als in Genève het woord voert, althans qua
inhoud. Ze steekt er met kop en schouders bovenuit. Voor de
emancipatiewoordvoerders in de Tweede Kamer is het onderwerp meestal maar een
van de vele en meestal niet het belangrijkste. Daarnaast speelt er het
politieke spel, de interrupties, voor de politieke buitenstaander gaat het vaak
nergens meer over.
Uitgebreide ambtelijke voorbereiding
De
ambtenaren hadden de CEDAW-sessie naar eigen zeggen goed voorbereid. Op alle
mogelijke vragen waren al te voren antwoorden uitgeschreven. Het heeft er
echter alle schijn van dat ze bij de voorbereiding een Tweede Kamer overleg
voor ogen hadden, waar vaak niet doorgevraagd wordt als er maar een half
antwoord komt, of een voor kenners cruciaal element genegeerd wordt. Bovendien
schroomden ze er niet voor vrijwel letterlijk te herhalen wat in de
schriftelijke stukken stond. Kortom: een defensieve benadering.
Wandelgangengemopper
Geen
wonder dat in de pauze en na afloop ambtenaren klaagden over de mate van
gedetailleerdheid van de vragen – waar ze zich overigens op hadden kunnen
voorbereiden aan de hand van de schaduwrapportages. Terwijl comitéleden
mopperden den over de vaagheid en algemeenheid van de antwoorden. Inderdaad:
the devil is in the detail.
Bussemaker
was goed begonnen door in haar openingsspeech ruiterlijk te erkennen dat er
weliswaar veel bereikt was in ons land, maar dat er ook nog een aantal grote
uitdagingen is. Ze noemde als voorbeelden het bestrijden van stereotypen,
geweld tegen vrouwen en het tekort aan vrouwen aan de top.
Instapfeminisme
De minister besteedde in haar openingsspeech relatief veel aandacht aan het essay van Chimamanda Adichie Waarom we allemaal feminist zijn), waarschijnlijk zonder te weten dat het net door Marja Pruis in de Groene Amsterdammer treffend als ‘instapfeminisme’ was gekwalificeerd. De aandacht voor Adiche was ongetwijfeld ingegeven door de recente gepubliceerde Nederlandse vertaling van het essay. Vanuit international perspectief gezien oud nieuws, de oorspronkelijk Engelstalige tekst was al ruim drie jaar oud. Kortom niet iets wat je gepokt en gemazelde CEDAW-leden hoeft uit te leggen. Strategisch gezien niet echt een winner (over een vanuit het Netwerk aangedragen alternatief een ander blog).
De minister besteedde in haar openingsspeech relatief veel aandacht aan het essay van Chimamanda Adichie Waarom we allemaal feminist zijn), waarschijnlijk zonder te weten dat het net door Marja Pruis in de Groene Amsterdammer treffend als ‘instapfeminisme’ was gekwalificeerd. De aandacht voor Adiche was ongetwijfeld ingegeven door de recente gepubliceerde Nederlandse vertaling van het essay. Vanuit international perspectief gezien oud nieuws, de oorspronkelijk Engelstalige tekst was al ruim drie jaar oud. Kortom niet iets wat je gepokt en gemazelde CEDAW-leden hoeft uit te leggen. Strategisch gezien niet echt een winner (over een vanuit het Netwerk aangedragen alternatief een ander blog).
Gemiste kansen
De
(ghostwriters van de) minister heeft (hebben) zich, met de beste bedoelingen
ongetwijfeld, niet erg empatisch getoond. Het Comité hoeft niet overtuigd te
worden om feminist te zijn en zit ook niet te wachten op mondelinge recycling
van reeds eerder beleden schriftelijke uiteenzettingen. Ze zitten wel te
wachten op een volledig en eerlijk antwoord op hun vragen. En op een werkelijke
dialoog. Die was er op een aantal momenten, ten dele gevolgd door de toezegging
van de minister ‘to take it into consideration’, maar merendeels was het verdediging en halve
antwoorden. Een en ander zal waarschijnlijk weerspiegeld worden in de
Concluding Observations van het Comité die op 21 november a.s. gepubliceerd
zullen worden – we gaan het zien. Voor de toekomst: waarom het Comité niet
gevraagd om ideeën (guidance), wellicht ontleend uit andere landen, voor een
succesvolle aanpak van hardnekkige problemen?
Leontine
Bijleveld
op persoonlijke titel
op persoonlijke titel
Geen opmerkingen:
Een reactie posten